Hans bouwt een Hoogspanningsmast: Zwolle-Meeden 1:30

Is een hoogspanningsmast voor jou meccano next level? Kan je goed modelleren? Heeft de netfrequentie geen geheimen meer voor jou? Welkom in de doe-het-zelf hoogspanningshoek
Gebruikersavatar
Hans
Site Admin + actief in het mainsite team
Berichten: 3820
Lid geworden op: 03 dec 2011 20:49
Dichtstbijzijnde trafo: Veenoord 110/10 kV

Hans bouwt een Hoogspanningsmast: Zwolle-Meeden 1:30

Bericht door Hans » 06 dec 2011 00:40

Op de voorpagina van de site staat het al enige tijd aangekondigd met een heus bannertje: na de oplevering van de Google Earth-Netkaart zou Hans dan wel even een hoogspannningsmast gaan bouwen. Ja, nice. Ben ik mooi klaar mee dan. Nu kan ik er niet meer onderuit.

En bedankt maar weer Jacob annex collega-admin. Afbeelding Nuja, om eerlijk te zijn was het ook niet de bedoeling om er onderuit te willen komen. Ik ben al vrij lang modelbouwer en het is tenslotte mijn eigen plan geweest om een hoogspanningsmast na te gaan bouwen. In dit eerste deel bijten we het spits af met de vraag hoe iemand ertoe komt om in vredesnaam een hoogspanningsmast te gaan bouwen. Of all things.

Echte dingen vastpakken

Het plan in kwestie bestaat officieel sinds afgelopen voorjaar toen we net waren begonnen aan de Google Earth Netkaart, maar in de praktijk eigenlijk al wel tien jaar. Het maken van de GE-netkaart was alleen het laatste zetje om het ook echt te gaan doen. Je ziet dan op Google Earth in StreetView een heleboel rare masten voorbij komen en ook buiten in het veld let je steeds beter op. Maar die netkaart was een best groot project en er zijn aardig wat uren in gaan zitten. Radiootje met electromuziek op standje tien erbij en de sfeer zat er soms wel heel goed in! (Dat zal dat gemiste tweede circuit op de lijn Goor-Weideweg verklaren...) Afbeelding

Afbeelding

Modelbouwen met metaal doe ik al jaren. Hier hangt de (op dat moment net nieuwe) MonsterpakSneeuw Girderbridge aan de kraan. (Die is vernoemd naar de halve meter sneeuw die begin maart 2005 viel, tijdens de bouw van het bruggetje.) Dat was mijn eerste staalbouwproject dat net als een echte hoogspanningsmast niet gesoldeerd maar geschroefd was. Met M2 boutjes en moertjes. De brug is tot op de dag van vandaag in gebruik in het inmiddels redelijk stoffige modelbouwlandschap op zolder.
Terug naar de GE-netkaart. Hoe leuk het ook was, het was wel een heleboel lijnen trekken. Op slechte avonden knijp je je twee vermoeide ogen samen, nip je aan je afgekoelde koffie, je trekt je muisarm los van de bureaurand met het geluid van het afrollen van een rol duct-tape, en je recht je rug met het gevoel alsof je een verstaft verlengsnoer bent dat voor het eerst in jaren weer eens wordt uitgerold. Uiteraard soms ook met een gruwelijk pokkenhumeur wanneer je je een half uur (vergeefs) lens hebt gezocht naar trafostation Bijlmer-Zuid...

Afbeelding

Pfff... Probeer maar eens uit te vinden wat er mis is gegaan als je zo slim bent geweest om in de automatisch gegenereerde code te gaan wroeten. Let ook even op de scrollbar...

Tijd om na al dit computerwerk maar eens terug te keren naar de wortels en daarmee een totaal ander deel van het hoogspanningshobbyleven. Een deel dat je met je handen en zonder beeldscherm kan doen: modelbouw. I love it en ik verlang echt wel weer eens iets waarbij een fout eruitziet als een te kort afgezaagd hoekprofiel in plaats als een ellenlange HTML- of KMZ-code.

Sneue hobby?

Modelbouw heeft het imago van een geldverslindende hobby voor sneue, ietwat autistiforme mannen die weinig vrienden hebben en die maar geen afstand kunnen doen van hun kindertijd - en dat is jammer, want dat beeld is volledig onjuist. Serieuze modebouw is juist een hobby voor volwassenen en niet voor kinderen. In modelbouw komen creativiteit, sociale contacten, geduld en een breed technisch inzicht samen zoals ze dat nergens anders doen. Voor een boerenzoon annex betastudent meteorologie biedt modelbouw de perfecte combo tussen iets met je handen doen, enig nadenkwerk en het toepassen van techniek. (En als bonus is het een hobby die je binnen kan doen en zelf kan indelen. Weerkunde mist dat aspect, want als er geen onweer hangt heb je geen onweer.)

Afbeelding

Weerkunde is een leuke hobby, maar het is ook een dwingend exemplaar. De bui komt wanneer het ding het zelf goeddunkt. En het is niet iedere dag feest, zoals hier op 17 juli 2009 (nee, niet 2004!). Onweerchasen is ook een hobby van me en het is in Nederland is best aardig te doen, maar op 350 dagen per jaar gebeurt er niks en dan is een andere hobby ernaast hard nodig.

De reden waarom ik geen robots, schepen of zelfs van die mooie grote modelvliegtuigen bouw is divers, maar voor het grootste deel financieel. Vroeger heb ik dat soort dingen wel degelijk gedaan. Maar ik ben tegenwoordig student, rij auto en doe aan onweerchasen. Dat is een combinatie die je weinig ziet, maar wel betekent dat het grootste deel van je inkomen op gaat aan huur van de flat, eten, kleren, studieboeken, soms een excursie en daarnaast kosten die je hebt om auto te kunnen blijven rijden. Wat er dan overblijft is niet genoeg om ieder jaar zomaar meerdere honderden euro's te kunnen besteden aan wat je nodig hebt voor het lidaatschap van een modelbouwvereniging en aan serieuze modelbouw van vliegtuig- en scheepsmodellen. Modeltreinen leveren hetzelfde probleem op, maar die hobby is daarnaast ook nog eenzamer. Ik ben geen zolderkamerzitter. Vroeger heb ik wel aan scheepsbouw gedaan, maar als scholier heb je nu eenmaal meer geld en vooral meer tijd tot je beschikking dan als autorijdende, uitwonende student... Wat dat betreft is studeren beslist geen aanrader - je moet bereid zijn ver te gaan in dingen opgeven die tijd kosten en dat is soms best jammer.

Studeren kost dus tijd en daarnaast heb ik nog een aantal andere hobby's, zoals weerkunde (dat resulteert voor mij o.a. in diverse bezigheden bij bij de Nederlandse Vereniging voor Weerkunde en Klimatologie), onweerchasen (vaak "stormchasing" genoemd), boerenwerk op ons alpacabedrijf in Drenthe en nog meer dingen waar ik geen tijd voor heb maar waar wel tijd en geld in gaat zitten. Kortom, het maken van functionele en dure modellen zit er deze jaren gewoon niet in, zowel financieel als tijdtechnisch niet.

Afbeelding

In mijn eh... betere dagen als modelbouwer rolde er nog wel eens een schip van de werf. Dit exemplaar (de Stolt Elda) is een meter lang en heeft als casco niets anders dan twee aan elkaar verlengde Playmobil-scheepsrompen waarin ik motoren, lampen en andere atributen heb gebouwd. Waarom het jezelf moeilijk maken? Want als ik dat hier niet had verteld had niemand het herkend. Inmiddels (niet op de foto) zijn ook de dekluiken door chemische tanks vervangen - tweedehands blikjes energy-drink. Maar zogeheten statische modelbouw, dus het bouwen van objecten die niet of slechts ten dele kunnen bewegen, is goedkoper. Je hoeft er geen servomotoren in te leggen en als er al lampen op zitten, dan is een werkloze adapter van een al jaren geleden overleden snoer kerstverlichting vaak voldoende om het hele ding tot leven te wekken. Al betekent dat niet dat deze vorm van modelbouw geen volwaardige hobby kan zijn. Want ook statische modelbouw kan een heleboel technische uitdagingen met zich meebrengen.

Maar waarom dan een hoogspanningsmast?

Nu heb ik al heel wat dingen in mijn leven gemodelbouwd. Deze blog staat vol met foto's van slechts een kleine selectie van alle dingen die eerder zijn gebouwd. Een groot aantal goedkope voertuigjes en schepen, maar ook een ploeg, een onderzeeër, een droogdok, een boogbrug, een aantal windturbine-modellen en een schaalmodel radiozendmast met werkende LED-obstructieverlichting die ook werkelijk buiten staat opgesteld op een dikke zwerfsteen. (Dat zendmastje houdt het al negen jaar prima uit in weer en wind.) Ook hoogspanningsmasten heb ik eerder gemaakt, maar dat betrof dan een gesoldeerd, niet-bestaand model of (meer dan eens) een paar vereenvoude edities van vakwerkmasten voor toepassing elders in het modelbouwlandschap.

Afbeelding

Ik hecht iets teveel aan sommige tradities. Schepen worden altijd naar de doopplaats vernoemd en bruggen worden vernoemd naar weergebeurtenissen die tijdens de bouw plaatsvonden. Denk maar aan de MonsterpakSneeuw Girderbridge. En deze brug hierboven, een geschroefde combinatiebrug tussen een (bewust) te smalle autobrug en een spoorbrug, werd de Snikhete Aprilbrug genoemd. Voor de weerkundigen onder ons... eat your heart out.

Eerlijk is eerlijk, ik speelde dus al vele jaren met het idee om een hoogspanningsmast te bouwen. De combinatie van technische "simpelheid" (het is gewoon lekker hardcore meccano en boutjes aandraaien), maar ook de technische ingewikkeldheid (alle lengtes moeten wel kloppen, hij moet symmetrisch zijn en er gaat een awful lot of metal in) spreekt me erg aan. Een schaalmodel hoogspanningsmast van een werkelijk bestaand exemplaar, zo exact mogelijk kloppend en dan ook nog 1:30 (weg met dat gepriegel), dat is dus nieuw voor me. De MonsterpakSneeuw Girderbridge is niet gebaseerd op een werkelijk bestaande brug, maar de hoogspanningsmast zal dat wel zijn.

Toch lijkt het haalbaar. Even over mijn enorme ego: aan geduld ontbreekt het niet (zie de GE-netkaart) en technisch gezien is het nabouwen van een hoogspanningsmast en het berekenen van de lengtes van de latten goed te doen voor een betastudent. Enige ervaring met metaalbouw heb ik al en daar komt bij dat we de laatste jaren van die aanzienlijke winters hebben in Nederland. Lange, taaie winters waarin het buiten niet te harden is en waarin je je 's avonds beperkt voelt in je mogelijkheden. Alles zit onder de sneeuw en het is donders koud. Dusnga ik naast wat boerenwerk liever niet ook nog eens voor de hobby naar buiten. De winter is de perfecte tijd om iets om handen te hebben waarmee je voorkomt dat je 's avonds achter de computer neerploft en jezelf opvult met chips. Afbeelding

Och, het is toch allemaal meccano voor echte bikkels. Geen rare berekeningen aan Schmitt-triggers, koolweerstandjes in elektrische circuits en gedonder met het uitlijnen van servomotoren.. zelf geen gedonder met generators in schaalmodel windturbines. Nee, deze keer wordt het gewoon lekker bouten aandraaien!

Verslag in deze blog

Bij dezen, de eerste aflevering is nu al geplaatst. Als inleiding. Compleet volgeleuterd met allerlei beschouwingen, terwijl er aan de hoogspanningsmast waar het om gaat nog geen enkel boutje is vastgeschroefd. Dat belooft wat...

Hooggespannen groeten,
Hans.


Afbeelding

(Kunstzinnig shot van de zendmast op de rots. Die er al staat sinds 27 oktober 2002 (weerkundigen, zoekt na wat er diezelfde dag gebeurde)! Met wat jaarlijks onderhoud, een oude trafo voor 12 volt en geen nieuwsgierige kleuterhandjes in de buurt inmiddels al 9 jaar full service. ...nog heel wat jaartjes voor de boeg...)
Halfverankering is net als Volbeat: het kan altijd

Gebruikersavatar
Hans
Site Admin + actief in het mainsite team
Berichten: 3820
Lid geworden op: 03 dec 2011 20:49
Dichtstbijzijnde trafo: Veenoord 110/10 kV

Deel 2. Mastkeuze - en dat valt nog niet mee

Bericht door Hans » 06 dec 2011 00:45

(woeps, even iets te enthousiast dit bericht verplaatst. Gelukkig te herstellen uit de backup.)

Okee dan. Er wordt een echte hoogspanningsmast nagebouwd. Daar dient zich meteen het volgende probleem aan: welke?

Iedere geïnteresseerde in Nederland, iedere bezoeker van deze site en ook iedereen die ze haat weet dat we in Nederland en België een behoorlijk aantal soorten hoogspanningsmasten hebben staan. Op schoor- en tuienmasten en gaffels na hebben we eigenlijk elke soort wel in ons gebied. Wie een mast wil nabouwen loopt dan direct tegen een voor de hand liggende vraag aan. "Welke?"

Hoek- of draagmast?

Misschien moeten we de vraag nog wel breder maken: wat ga ik überhaupt bouwen? Behalve de vele mastsoorten hebben we ook nog verschillende types. Hoekmast, een afspanmast, draagmast of misschien wel een bijzondere mast? Die keuze viel eigenlijk wel mee. Een hoekmast is leuk, maar zonder kabels eraan is het geen gezicht en dan is hij ook niet te onderscheiden van een afspanmast. En een wisselmast, eindmast of bijzondere mast is het jezelf extra moeilijk maken. De keuze is dus gevallen op een draagmast. Die zijn er het meeste en er is een enorme variatie aan soorten.

Afbeelding

Hoek- en wisselmasten zijn leuk, maar zonder geleiders eraan... tsja. Laten we maar niet meteen aan dit soort waagstukken beginnen. Maar dan moeten we nog steeds een keuze maken welk model draagmast het wordt. Natuurlijk heb je zo je voorkeuren (Jacob weet bijvoorbeeld dat ik het Maas&Waal-type één-evenmast vreselijk lelijk vindt ), maar er is meer dan persoonlijke voorkeur alleen. Ook technische haalbaarheid en herkenbaarheid spelen mee. Dus we stappen over op negatieve selectie: we gaan wegstrepen in plaats van toevoegen.

Geen portaal
Beginnen we met de New Age-masten: buismasten en wintracks. Die vallen meteen af. Bij de schaal 1:30 rijst de vraag op hoe ik aan een kegel van anderhalve meter moet komen voor een wintrack. En daarna de volgende vraag: als ik die kegel heb - en dan? Dan is ie meteen al klaar. Nee, met wintracks heb ik niet zoveel want niemand herkent hem zonder de draden. Elegante buismasten voor 110, 150 en 50 kV liggen me beter, maar ook die vind ik niet zo leuk. Een beetje schaalmodel is een vakwerkmast op de manier zoals we hoogspanningsmasten kennen: groot, grijs en met armen.

Afbeelding

Wintracks? Hallo, ik ga geen veredelde regenpijp opschilderen.

Portaalmasten zijn in Nederland niet indrukwekkend - behalve dan de megaportalen van de lijn Eindhoven-Geertruidenberg. Die gevaartes zijn op zich goede kandidaten, maar er zit ook een nadeel aan: twee torens. Dat kost heel wat extra materiaal en daarnaast is mijn bescheiden persoonlijke voorkeur er niet eentje die richting portaalmasten gaat. Bij hoogspanningsmasten moet ik altijd denken aan hoe kinderen er eentje tekenen: met driehoeken in plaats van vierkanten. En eigenlijk met een bliksembok bovenop, maar ja. Das gibt es nicht im die Niederlande.

Delta ja of delta nee

Een schaalmodel hoogspanningsmast moet wel een beetje lijken op wat mensen (ook de niet-liefhebbers) in hun hoofd hebben bij een heaugspanningsmast.
De drie circuits dragende deltamasten die in het midden van het land worden gebruikt vallen daardoor af. Deze zeer stoere vakwerkmasten hebben bij mij persoonlijk altijd wel goed gelegen en ze zien er indrukwekkend en woest uit. Verder zijn ze niet zo priegelig klein als de 50 kV-minimastjes van Nijkerk naar Barneveld. Echt masten met karakter, die een heel landschap een sfeer van kracht en potentie kunnen geven. Maar er zitten ook nadelen aan. Zonder kabels ziet deze mastsoort er niet meteen als een hoogspanningsmast uit voor wie ze niet kent.

Afbeelding

Stoer zijn ze zeker, maar er is ook een technisch probleem: de toren is niet symmetrisch. Hij is breder dan hij lang is en dat is bouwkundig geen eenvoudig gegeven. Een vierkante toren heeft toch de voorkeur in verband met meetkundige moeilijkheden in het broekstuk. Deze wordt het dus ook niet.

Toch heb ik serieus met de gedachte gespeeld om een deltamast te bouwen. Een draagmast van de laatste nog bestaande vakwerkdeltamastenlijn van Nederland die maar één circuit draagt: de lijn Veenoord-Achterste Erm in de vergetelheid van oost-Drenthe - waar ik overigens zelf ook woon, op een rustige boerderij, ver van de Westlandse Wintrackmanie vandaan. Vanwege het uitruilbeginsel wordt deze hoogspanningslijn tegen de grond geslagen waarmee een tijdperk ten einde komt. En eerlijk waar, ik zal ze missen als ze weg zijn. Als een soort tribute kan ik er dus best ooit eens een modelbouwen.

Afbeelding

Nederlands laatste enkelcircuit-deltalijn met lattenmasten. De besluiten zijn genomen en binnenkort zullen de masten in hun lot worden bezegeld. Ik zal ze missen. (Let niet op de datum op de foto achter het watermerk, hoe die in vredesnaam op 2012 heeft kunnen komen? Joost mag het weten, maar Hans zal wel weer iets verkeerd hebben ingesteld...)

Voorlopig doe ik dat niet, maar toch heb ik de "toekomst" alvast maar even veilig gesteld door op een mooie dag het veld in te gaan en een exemplaar van deze lijn van onder tot boven in alle details te fotograferen. Mocht ik (of iemand anders) ooit in de toekomst toch nog een exemplaar van dit mastje willen nabouwen, dan zijn de noodzakelijke middelen daarvoor aanwezig. Want hoewel ze straks uit het veld verdwenen zullen zijn, zal het ontwerp en het aanzicht nu voorgoed bewaard blijven. Ik zet de foto's wel een keer op deze site voor iedereen die ze hebben wil. Verspreid ze zo ver mogelijk zodat ze zo viraal mogelijk worden en nooit meer van het oppervlak van deze planeet uit te wissen zijn.

Eén-even niet?

Ik zei het al, een slecht bewaard geheim is dat ik niet zo dol ben op éénevenmasten. Net als heel veel mensen, want de éénevenmast is de meest gehate mast van Nederland. Jacob heeft er trouwens ook iets op tegen, maar minder dan ik. Op een of andere manier ben ik nog nooit een éénevenontwerp tegengekomen dat echt mooi is. In Nederland zijn er ongeveer vijf echt verschillende ontwerpen éénevenmasten en allen hebben een sfeer over zich die doet denken aan een kille novemberochtend uit de jaren '50 in een gebied waar men alleen plat praten kan.

Afbeelding

Je hebt de veenkoloniale typetjes zoals hierboven (die doen me denken aan de niet zo heel moderne en ook niet zo rijke streek van het land waar ik opgroeide), je hebt de Overijsselse typetjes (lekker industrieel dan maar) en het Maas&Waal-type die aan een bezopen architect doen denken. Ook met een bliksemdraad erop blijven het maar onprettige masten. Hoewel ze de horizon sparen vanwege hun kleine hoogte hebben ze wel een enorm magneetveld aan de grond en de kabels hangen soms gevaarlijk laag. Kortom, die dingen gaat Hans niet nabouwen.

Jan Huijgen in de ton

Terug naar de masten met één toren en een fatsoenlijk aantal traversen - de bekendste hoogspanningsmasten van allemaal. Nu we de deltamasten, éénevenmasten, buismasten en de portaalmasten kwijt zijn belanden we bij alle vakwerkmasten die samen de grote meerderheid van ons mastenbestand vormen: de tonmasten, donaumasten, twee-evenmasten en dennenboommasten. Hier wordt het wegstrepen moeilijker en komt het meer op gevoel aan dan op techniek.

Afbeelding

Ik heb een zwak voor tonmasten. Waarom dat zo is weet ik niet, want ik woon in een streek waar de dichtstbijzijnde tonmast (thanks Google Earth) bijna 60 kilometer van verwijderd is. Het is blijkbaar gewoon zo. Toch ga ik geen tonmast maken, want tonmasten hebben voor de modelbouw een groot nadeel: de traversen zijn toothy simple en de toren zal alle aandacht dus naar zich toe trekken. Juist de traversen lijken me leuk om te bouwen, dus de vooorkeur gaat uit naar een type met ingewikkelder, grotere traversen.

Drie keer raden

Yep, in een keer goed. Dat is ook de reden waarom de drie-evenmast annex dennenboommast afvalt. Net als voor tonmasten heb ik ook een voorkeur voor drie-evenmasten, zeker wanneer ze van het Duitse type zijn. Dat houdt in: geen broekstuk, toren uit een stuk, één bliksemdraad (zonder extra verdieping traversen) en de kabels relatief hoog boven de grond. Deze masten zijn sierlijk en leggen ondanks hun redelijk grote formaat maar weinig druk op het landschap. Ze ogen licht en luchtig (totaal anders dan driecircuit-deltamasten dus) en zien er elegant uit. De 220 kV-lijn tussen Zwolle-Hessenweg en Hoogeveen is een goed voorbeeld.

Afbeelding

Deze 220 kV-masten, het oudste 220 kV-model van Nederland, moet je eigenlijk fotograferen met de grond erbij en een blauwe lucht vol stapelwolken. Maar het idee is evenwel duidelijk: een Duits type drie-evenmast (die ze in Duitsland een tannenbaummast genoemd zouden hebben) met een elegant en minimalistisch uiterlijk. Persoonlijk (ja het wordt hier wel een heel persoonlijk vehaal onderhand...) vind ik dit type misschien wel de mooiste masten van Nederland. Maar ook hier komen die kleine traversen weer om de hoek. Hier is het zelfs nog erger dan bij de tonmasten. Dus voorlopig laat ik deze masten voor wat ze zijn, behalve dan het ontwerp van de lijn Meeden-Emshaven. Daar komen we later nog op terug.

Twee keer dan?

Twee-evenmasten zijn grote, brede masten die qua ontwerp van de traversen uitdagender zijn dan ton- en drie-evenmasten. Dit zouden goede kandidaten kunnen zijn. Nadeel is dat die uitdaging ook hier maar betrekkelijk is. Hoewel de masten een broekstuk hebben, bestaat de toren á la Duits model uit een soort kegelvorm en wie goed kijkt naar de traversen, ziet dat de vier exemplaren die de circuits dragen identiek zijn. Da's ook een beetje jammer. Verder is het een behoorlijk breed model dat bijna net zo breed als hoog is. Bij schaal 1:30 denk ik dat deze masten te plat gebouwd lijken te zijn. Dat is niet de bedoeling, dsu oook de twee-evenmast laat ik vooralsnog afvallen.

Afbeelding

In het vrije veld zijn ze okee, maar in de huiskamer lijke ze vertekend (platgedrukt). Die doen we dus even niet.

Donaumasten dan maar?

Het is wel mijn bedoeling om een Nederlands type te bouwen. Duitse dubbele tonmasten (vier circuits) zijn waanzinnig leuk, maar ja... ze staan in Duitsland. Na al dat wegstrepen blijven er binnen onze landsgrenzen nog maar twee ontwerpen over: de godfather der Nederlandse hoogspanningsmasten en de extra uitbreidingsmogelijkheid daarop, de combinatiemasten. Beiden zijn in alle opzichten geschikt om te modelbouwen.

Afbeelding

Deze donaumasten (rechts een Duits type, links een Hollander) zijn in diverse subvarianten alomtegenwoordig in Overijssel. Dit zijn de hoogspanningsmasten die mensen kennen. Oftewel perfecte kandidaten.

Donaumasten zijn populair in Nederland en ze worden voor elk spanningstype gebruikt. Er zijn dan ook vele subontwerpen. Oude masten, nieuwe masten, masten met spitse traversen of met stompe traversen en al dan niet mer een extra verdieping voor bliksemdraden. Ook heb je ze in het Duitse type zonder broekstuk. Keuze te over. Combimasten zien we anno dit moment nog alleen bij 380 kV-masten waaronder meeliftende circuits van 110 kV zijn gemonteerd.

1:30 betekent gepriegel bij een kleine donaumast van 110 kV. Het Duitse type, zoals we in Salland en zuid-Drenthe veel tegenkomen, wordt bij schaal 1:30 ongeveer 80 centimeter groot. Dat is te doen, maar als we dan toch bezig gaan - waarom dan niet wat groter? Het standaardmodel 380 kV-donau dat in grote delen van Nederland wordt gebruikt bijvoorbeeld. Deze masten kent iedereen (het zijn de meest gebruikte masten van Nederland) en hun constructie is te overzien qua technische moeilijkheid en interessantheid.

Afbeelding

De meest gebruikte masten van Nederland... Prima optie, die houden we in het achterhoofd. Maar er is meer. Want eh.. als we nu eens nog groter en dikker gaan, richting de vijf allergrootste mastmodellen die we hebben in Nederland? Want het kan nog groter dan de 380 kV-draagmasten in het midden van het land. De genoemde portaalmasten in Brabant bijvoorbeeld, maar ook de twee enorme 380 kV-lijnen in het noorden van het land. De 380 kV-lijnen Zwolle-Meeden en Meeden-Emshaven zijn beide wel 10 meter hoger dan andere 380 kV-ontwerpen. Daar komt bij dat beide ontwerpen er "standaard" uitzien (ook een leek herkent er direct een hoogspanningsmast in) en dat het beslist geen priegelwerk zal zijn. Bij schaal 1:30 wordt de mast net zo hoog als een persoon. De lijn Zwolle-Meeden bestaat uit combomasten en die van Meeden naar de Emshaven uit dubbele drie-evenmasten.

Enorme draagmasten

Goed, de keuze is teruggebracht van tientallen ontwerpen naar nog maar twee stuks. De twee overgebleven masten die nu nog meedingen waren de 380 kV-combinatiemasten van de lijn Zwolle-Meeden en de 380 kV-viercircuit drie-evenmasten van de lijn Meeden-Emshaven. Beiden zijn zeer dicht familie van elkaar, maar er zijn verschillen. Afgezien van de traversen en de opgehangen circuits hebben de drie-evenmasten één cruciaal verschil in hun ontwerp ten opzichte van de combinatiemasten: hun toren. De broekstukken zijn gelijk, maar de drie-evenmasten hebben een plompere toren met één verscherping (net boven de onderste verdieping traversen) terwijl de combinatiemasten daar twee van hebben (onderste- en middentraversen).

Afbeelding

De keuze die uiteindelijk gemaakt moest worden was niet makkelijk. Bouw ik de langste hoogspanningslijn van het land na, of pak ik er eentje van de lijn met het meeste vermogen? Beide masten zijn indrukwekkend en qua moeilijkheid en materiaal ontlopen ze elkaar niet veel.

Verbluffend simpel

Weken, zo niet maanden heb ik nagedacht. Een keuze maken was makkelijker gezegd dan gedaan. Maar, toen ik deze zomer onder de lijn Zwolle-Meeden doorreed naar de buurtsuper voor de boodschappen gaf een verbluffend simpel argument opeens de doorslag: het wordt de lijn Zwolle-Meeden. Domweg omdat ik daar dicht naast woon en dus doodsimpel even een kijkje in het echt kan nemen als ik tijdens het bouwen ergens niet uitkom! Tja, gebruiksgemak is ook belangrijk.
Voor het ene ontwerp moet ik moeizaam StreetView gebruiken of naar Groningen reizen (is dichtbij vanuit oost-Drenthe, maar toch kost het wel meer dan 5 minuten), terwijl ik voor het andere ontwerp genoeg heb aan een fiets of zelfs alleen een verrekijker, om iets te verhelderen.

Afbeelding

Zwolle-Meeden is een kolossaal ontwerp, bestand tegen de tijdgeest (combinatiemast) en pal om de hoek van de plak waar ik woon. Ondanks het megaformaat heeft het mastbeeld een relatief rustige uitstraling; iets dat niet gezegd kan worden van agressief ogende hoekmasten met woeste kattenoren en zwaar lattenwerk. Het enige jammere: de masten zien er sophisitcated uit en ergens hou ik stiekem van het 'onhandige' van bijvoorbeeld Weideweg-Hessenweg.

Tevens is dit model direct ook zonder kabels als hoogspanningsmast herkenbaar, met ingewikkelde traversen en als bonus ook nog eens de gedeelde eerste plaats van hoogste draagmasten van het land. Kortom, de uiteindelijke keuze is niet gemaakt op basis van voorkeur van één van de twee ontwerpen, zoals alle andere keuzes hierboven wel geweest zijn. Nee, deze keer is het domweg om een heel aardse reden: praktisch voordeel van de ene mast ten opzichte van de andere.

En dan?
Nu heb ik een mast uitgekozen. Dat betekent dat fase twee van start kan gaan: het verzamelen van bronnen en benodigdheden.
Men hebbe nodig:
  • Een bouwtekening
    bouwmateriaal (hoekprofielen, schetsplaatjes, bouten, moeren, waaien)
    bouwgereedschap (blikschaar, schroevendraaier, boor en nog meer dingen die ik al lang sinds mij twaalfde heb, want je bent boerenzoon annex modelbouwer of niet )
    Ruimte om te bouwen
    Tijd om te bouwen
Kijkend naar dit lijstje is het eerste wat aan bod komt de tekening en het constructiemateriaal. Omdat ik die twee niet volledig zelf kan regelen (je kunt moeilijk een eigen hoogoven huren) ben ik afhankelijk van toeleveranciers - als die al bestaan voor dergelijk kleine hoekprofielen. In ieder geval, in die twee dingen gaat tijd zitten. Tijd die ik ondertussen kan gebruiken voor de studie. En voor het opruimen van mijn werkplaats annex chaostheorie natuurlijk...

Hooggespannen groeten,
Hans.
Halfverankering is net als Volbeat: het kan altijd

Gebruikersavatar
Hans
Site Admin + actief in het mainsite team
Berichten: 3820
Lid geworden op: 03 dec 2011 20:49
Dichtstbijzijnde trafo: Veenoord 110/10 kV

Deel 3. Hoezo "Ik kan u geen bouwtekening verstrekken"?

Bericht door Hans » 06 dec 2011 00:50

Nu de mastkeuze is gemaakt op basis van praktisch voordeel (een mast die om de hoek staat is makkelijker) kunnen we aan de slag met het verkrijgen van gegevens. Maar dat valt nog niet mee.

De oplettende lezer heeft vermoedelijk al gemerkt dat de keuze voor een mastsoort niet ten tijde van de vorige aflevering (vorige week) is gemaakt, maar eigenlijk al een maand of twee geleden. Vanwege het werk aan de GE-Netkaart is er toen niet meteen begonnen met de blog. Op de achtergrond waren de voorbereidingen voor de bouw echter al langer bezig. Na het kiezen van de mastsoort moet je dan aan gegevens over de mast komen. Dat komt hoofdzakelijk neer op een bouwtekening, en daarmee begon het gedoe dat nu al twee maanden bezig is.

Hoewel ik in werkelijkheid wel eens een echte bouwtekening van een hoogspanningsmast heb gezien (dat was er eentje van de onderste traversen waarvan er in 2010 een paar extra aan de masten zijn gezet) heb ik geen bouwtekening van een gehele mast.
Nederlandse masten zijn niet online te vinden vanwege waarschijnlijk enkele nare akkefietjes in de jaren tachtig (Willy wortel en de Lampjes) en dat is jammer, want het maakt de zaak wat complexer dan simpelweg even googelen.

Toch heb ik dat natuurlijk wel geprobeerd. Je weet maar nooit en misschien is er ergens out there een andere handige harry die eenzelfde website runt als deze. Maar simpele zoektermen leverden alleen Duitse masten op en ingewikkelder termen verwezen vaak door naar de hijskraanindustrie, bruggen of zelfs een keer een windturbine, maar niet echt naar Nederlandse hoogspanningsmasten. Bij een aantal nóg specialistischer termen en verwijzingen werd ik zelfs teruggestuurd naar hoogspanningsnet.com zelf. Ach, het betekent in ieder geval wel dat we onze naam eer aandoen en op sommige gebieden werkelijk de enige zijn die bepaalde informatie bieden.

Nu weet ik nog heel best dat de hoogspanningslijn in kwestie in 1995 is gebouwd door Italiaanse arbeiders. Maar pilone construzione disegni leverde alleen een paar vage foto's en onleesbare teksten op waar zelfs BabelFish niets van bakte. Okee, (___) it. Dit is een afgekoppeld circuit.

Tennet aan de lijn

Tijd voor zwaarder geschut en tijd om de telefoonlijn voor een ouderwetser medium gebruiken: de foon zelf. Dus op een mooie zeiknatte vrijdagmorgen tegen een uur of kwart voor twaalf zou Hans dan wel eventjes naar Tennet bellen.

Dat leverde een hoogst interessant gesprek op.

===================================================================
(tuut...tuut...tuut...)
'Goedemiddag, tennet TSO Hoogeveen, met Vrouwennaam.'

'Ja, goedemorgen. Nienhuus, Holsloot. Ik heb een vraag.

'Pardon, ik bedoelde natuurlijk ook goedemorgen.'

'Ik ben van plan een schaalmodel hoogspanningsmast te bouwen. En mijn oog is gevallen op de mega draagmasten van de lijn Zwolle-Meeden. Daarom ben ik op zoek naar een bouwtekening van dat ontwerp. Kan ik die bij jullie ook krijgen en zo ja, wat gaat me dat kosten?'

*stilte*

'Eh.. goedemiddag?'

'Hmm. Heeft u een ogenblikje, dan verbind ik u even door met Arnhem.'

'Natuurlijk heb ik een momentje.'

(...)

'Goedemidd.. morgen, Tennet TSO BV, Arnhem. Met Mannennaam. Met wie heb ik het genoegen?'

'Goedemorgen, Nienhuus, Holsloot. Drenthe. Ik heb een vraag over een mastontwerp.'

'Vertel.'

'Ik wil graag een schaalmodel van een hoogspanningsmast bouwen. En ik heb interesse in het mastontwerp van de lijn Zwolle-Meeden. Dat zijn die kolossale combimasten met twee 380 kV-circuits en die 110 kV-meelifters eronder. Ik wil er eentje zo exact mogelijk nabouwen in de schaal 1 op 30.'

'Dat klinkt als een heel project meneer.'

'Dat zal het ongetwijfeld ook worden. Maar om een zo exact mogelijk model te kunnen bouwen, is een bouwtekening eigenlijk een pré. Daarom vroeg ik mij af: is het mogelijk voor mij om aan een bouwtekening van het mastontwerp in kwestie te komen? Een eventuele passende vergoeding is geen probleem.'

'Okee. Aha. Duidelijke vraag, maar ik ben bang dat ik u niet aan een tekening helpen kan.'

'Hoezo niet, als ik vragen mag? Jullie zijn deze zomer in de Emshaven bezig met een nieuwe hoogspanningslijn van precies hetzelfde mastontwerp. De tekeningen moeten dus zeker nog bestaan.'

'Die bestaan inderdaad, maar ze mogen niet worden verstrekt in verband met bedrijfsgevoelige informatie.'

'Hoe bedoelt u dat? Ik ben gewoon een modelbouwer.'

'Daar kan ik helaas niet op ingaan, maar vanwege bedrijfsredenen worden tekeningen niet verstrekt.'

'Dat is apart. De masten staan middenin het open veld, waar iedereen ze kan zien en aanraken. Waarom mogen er dan geen tekeningen van worden verstrekt? Iedereen kan ze daar toch zien?'

'Eigenlijk mag het niet worden gezegd, maar we mogen geen tekeningen verstrekken omdat bouwtekeningen details over mastontwerpen tonen waarvan we in verband met de leveringszekerheid en continuïteit van de hoogspanningslijnen niet willen dat die op straat terechtkomen.'

'U bedoelt dus dat een bouwtekening die rondslingert de kans vergroot dat iemand een mast in klimt en dan precies weet welk boutje hij moet losdraaien om hem tegen de grond te leggen?'

'Die formulering is in dit geval wel erg aanmatigend en we doen geen concrete uitspraken over.. ach, nouja... juist. Laat ik het maar eerlijk zeggen. Ja. Precies.'

'Dus met deze vraag mag ik me eigenlijk de trotse eigenaar van de potentiële terrorist-status noemen?'

'Het komt erop neer dat we geen risico's nemen die te vermijden zijn, meneer. Ik kan u er dus niet aan helpen.'

'Helaas. Maar toch. Deze vraag komt toch wel vaker voor? Er zijn wel meer modelbouwers. Worden al die mensen dan teleur gesteld?'

'Ik heb deze vraag toch nog niet eerder gehad, meneer. En ik werk hier al wel even. Wel weet ik dat een collega een model heeft gebouwd.'

'Die zal dan waarschijnlijk wel een bouwtekening te pakken hebben gekregen.'

'Ook dat weet ik niet.'

'Weet u dan misschien wel waar ik het anders nog kan proberen? Het SEP bestaat niet meer en de Italiaanse bouwers spreken een taal die bij mij slecht wil starten. En Spie, die er deze zomer een extra verdieping traversen onder takelde, had alleen maar een bouwtekening van de nieuwe traversen in kwestie waar de schetsplaten en de herhalingscircuitbordjes niet eens op stonden. Zij hadden ook niet de beschikking over tekeningen van het broekstuk of de toren en-'

'U weet er aardig wat vanaf. Mag ik zo vrij zijn om u te vragen waarom u een model van een hoogspanningsmast bouwen wilt?'

'Wek ik argwaan dan?'

'Nou eh.. maar weinig mensen weten hoe de onderdelen heten die u benoemt. U komt eigenlijk niet op me over als een leek of een onschuldige zolderknutselaar.'

'Nou.. daarin heeft u wel een beetje gelijk. Om de waarheid te zeggen, ik ben al vijftien jaar geïnteresseerd in het onderwerp en doe ook mede het beheer van een hobbyistenwebsite over het onderwerp.'

'Aha. Okee, nu is het me duidelijk. Een echte hobbyist dus.'

'Precies. Gewoon een combi tussen een modelbouwer en een sitebeheerder over hetzelfde onderwerp. Heus, ik ben zo onschuldig als een lammetje dat sierlijk onder het broekstuk van mast door graast.'

'Oja? Welke site? Zoveel hobbywebsites hierover ken ik niet. Eentje maar, eigenlijk.'

'hoogspanningsnet.com?'

'Dat kan zijn. Ze gaan tot het draadje, staat er op het logo.'

'Precies. Die site is het inderdaad.'

'Een collega wees me er een keer op. Grappig initiatief.'

'Dank u. Doet me deugd om eens te horen dat ook de profs ons bestaan hebben opgemerkt.'
(...)
'En toen liep het gesprek een beetje spaak.'

'Tsja, ik weet verder ook niet iets te zeggen. Ik kan u helaas echt niet aan een tekening helpen.'

'Nou ja, aan het bedrijfsprotocol kunt u natuurlijk ook niets doen. Maar het was te proberen.'

'We krijgen deze vraag echt niet vaak. Ik weet zo ook niet waarheen ik u door kan verwijzen. Ik denk dat er niets anders voor u op zit dan een Duitse mast na te bouwen, want daarvan weet ik wel dat er ontwerpen online staan.'

'Dat weet ik ook. Maar juist een stuk Nederlandse glorie leek me leuk. Ik woon vlakbij die enorme joekels en kijk er elke dag naar omhoog, vandaar.'

'Ik kan weinig anders doen dan u succes wensen.'

'Bedankt. Ik ga proberen of ik op de andere manier de maten kan afleiden, namelijk door op de juiste manier foto's te schieten en daar dan de afmetingen uit af te leiden. In ieder geval bedankt voor uw tijd en het toch wel duidelijke antwoord. Mocht het lukken, dan zet ik wel een fotootje online op hoogspanningsnet.com.'

'Ah, kijk aan. Bouw ze en een fijne dag.'

'U ook en een fijne morg- grr, middag inmiddels.'

===================================================================

Dus. Laat ik het maar onverbloemd zeggen: een bouwtekening is gewoonweg niet te krijgen. En daarmee komt het hele project op losse schroeven te staan.

Maar losse schroeven zijn er om aangedraaid te worden. We geven het nog niet op. Ik neem geen genoegen met alles minder dan perfectie (of althans: het beste dat ik kan om een zo exact mogelijk model te maken) en dat betekent dat we een bepaald gezegde uit de kast moeten trekken.

Als je het niet kopen/krijgen kan, máák het dan. Ik ga proberen om mijn eigen bouwtekening en van de draagmasten te maken, dan maar zónder Tennet. Hoe dat in zijn werk gaat, lees je in de volgende blog. Want inmiddels zijn de werkzaamheden daaraan reeds in volle gang.

Hooggespannen groeten,
Hans.
Halfverankering is net als Volbeat: het kan altijd

Gebruikersavatar
Hans
Site Admin + actief in het mainsite team
Berichten: 3820
Lid geworden op: 03 dec 2011 20:49
Dichtstbijzijnde trafo: Veenoord 110/10 kV

Deel 4. The Quest for Metal

Bericht door Hans » 06 dec 2011 00:54

Ondertussen, in Wageningen en Holsloot... Okee dan, geen bouwtekening van Tennet. Dan maak ik 'm zelf wel. En intussen ook maar op zoek naar constructiemateriaal. Al blijkt ook dat laatste tot nu toe verre van eenvoudig.

Het verkrijgen van echte, smalle hoekprofielen die qua schaalmaat overeen komen met die in een echte mast geeft problemen. Ofwel je hebt ze en je betaalt de hoofdprijs, ofwel de profielen krijgen een formaat die niet netjes met de schaal van 1:30 overeen komen gaat. Fijne keuze. Wat nu?
Wij van het site-team zijn o zo multifunctioneel. Hoewel we CMS gebruiken (wat het programmeerwerk danig beperkt) is Jacob vaak druk bezig met de opmaak van de site. Ondergetekende is de Google Earth- en de "in het veld"-man en ongeveer elke hoogspanningslijn in Nederland behalve de west-Brabantse en Zeeuwse lijnen heb ik met eigen ogen gezien. En na het intekenen van de netkaart weet ik de interessante plekken ook wel redelijk te vinden.

The quest for metal

In ieder geval, al tijdens de mastkeuze was ik bezig met het zoeken naar constructiemateriaal.
In een twee meter hoge 380 kV-draagmast gaat naar schatting zo'n 60 meter hoekstaal zitten, met enige speling voor mislukte profielen meegenomen. Dat is een heleboel metaal. En zoals we allemaal weten: metaal is duur. Daarnaast zijn kleinformaat hoekprofielen uitermate moeilijk te krijgen. Je kan niet zomaar even naar de ijzerhandel gaan en hoekprofielen van omgerekend 5 mm krijgen.
Maar dat hoeft ook niet. Er zijn veel meer modelbouwers in het land. De perfecte leverancier is natuurlijk Conrad. Deze uitgebreide elektronica- en componentenwebwinkel heeft voor modelbouwers alles te bieden en is daarom een goed beginpunt. Ook hoekprofielen. Je hebt zelfs keuze uit aluminium, kunststof of messing.
Ik wil geen plastic hoogspanningsmast, dus die eerste keuze is snel gemaakt. En in aluminium hebben ze geen hoekprofielen. Blijft over: messing. Het is geen ijzer of staal, maar je moet wat.

Conrad heeft een assortiment van ongeveer zeshonderd soorten messing profielen. Ze bedienen de hele west-Europese modelbouwmarkt, dus dat kan ook wel. Maar het blijft een indrukwekkend assortiment waarin ze zeker de geschikte hoekprofielen hebben. Hoewel... Ze hebben weliswaar precies de maten en lengtes profielen die ik zoek, maar kijk ook even naar de prijs. Ja, dat getal daar rechts onder de productbeschrijving. Halleluja zeg! Vijf euro voor een halve meter! Zelfs bij quantumkorting op alle drie de benodigde maten betaal ik opgesomd voor 60 meter ongeveer € 1300,-!
Nou eh.. ik ben student en zelfs al was ik miljonair, dan nog had ik dat bedrag er zeker niet voor over. Het bouwen van een hoogspanningsmast moet wel leuk blijven. En deze prijzen zijn allesbehalve leuk. Ik heb een mystery budget voor dit project en daar moet ik me aan houden, anders kom ik in de shit met het betalen van onverwachtte kosten aan de auto of mijn gebit.
Het schaalmodel verkleinen tot 1 meter is ook geen optie. De boutjes worden dan zo klein dat zelfs 1,5 mm niet meer past.

Werkvoorzieningsschap

Dan gaan we over op plan B: de sociale werkplaats in onze gemeente. In 2005 had ik daar via via een flinke lichting 5mm-hoekprofielen van ijzer in handen gekregen voor een zeer beschaafde prijs. Daar heb ik zes jaar op kunnen teren. Het boogbruggetje in de eerste blog was van dat metaal gebouwd en ook vele andere bouwprojecten bestaan eruit. En het is ijzer, dus het materiaal klopt ook. Ik dus bellen naar de EMCO-Group, de sociale werkplaats van de gemeenten Emmen, Coevorden en Borger-Odoorn. Werkte niet. Ik kon beter een email direct naar de metaalafdeling sturen. Zogezegd zo gedaan. Komt er een dag later een email terug.

-------------------------------------------
Beste heer Nienhuis,

In verband met de gewijzigde financiële omstandigheden van ons bedrijf hebben wij ons in 2008 genoodzaakt gezien om de levering van producten aan particulieren stop te zetten. Derhalve kunnen wij u nu niet meer van dienst zijn bij het maken van producten.
Hopend u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.

M.vr.g, Man Nennaam, Emco-Group.

-------------------------------------------

Ehm.. okay? Lekker dan. Dat gaat dus niet werken. Maar ho even? Niet aan particulieren? Aha! Dan is er nog hoop. Laat ik het geluk hebben een boerenzoon te zijn en wat is een boerderij? Precies, een zelfstandige onderneming ofwel een bedrijf - geen particulier dus.

Ik met vader overlegd of ik het nogmaals mocht proberen, maar dan met gebruikmaking van de bedrijfsgegevens. Dat mocht. Netjes opnieuw een email gestuurd en de stand van zaken uitgelegd. KvK-nummertje erbij en dat soort zaken. En toen begon het wachten op een antwoord. Drie dagen, vijf dagen, zeven dagen, anderhalve week, tweeënhalve week... Nou, toen werd het me wel duidelijk. Van de EMCO hoef ik niets te verwachten. Als ze zo met hun klanten omgaan, verbaast het me niets dat het consortium € 11,000,000,- aan schuld heeft openstaan.

Plan C: Commercieel bedrijf

Als er een soort bedrijf is dat graag geld verdienen wil, dan zijn het wel de commerciële bedrijven. Goede kans dat ik daar wel beet heb. Ik vraag tenslotte gewoon om een betaald product en daar worden commerciële bedrijven helemaal leip van. Dus zoeken naar een commercieel metaalverwerkend bedrijf. Die zijn er voldoende, maar bedrijven die ook aan particulieren leveren zijn dun gezaaid. Hoewel ik de optie van de bedrijfsnaam van thuis achter de hand heb wil ik toch eerst op zoek naar een bedrijf dat wel aan particulieren levert. (Om gedurende de hele procedure een masker op te houden dat ik de sales manager van ons bedrijf thuis ben, dat is tenslotte ook niet alles. )

Maar toch viel het vinden van een bedrijf dat aan particulieren levert erg tegen. Net toen ik het op wilde geven en de bedrijfsnaamoptie weer wilde inzetten, kwam ik nota bene per toeval in Veenendaal een bedrijf tegen dat toch wel aan particulieren leveren wil. Ze kwamen sympathiek op me over en ik heb ze de vraag gesteld over het hoe en wat van de productien van kleinformaat hoekprofielen. Ze wouden er eens naar kijken en omdat ik ook een budget heb, heb ik eerst gevraagd of ik een offerte krijgen kon. En ja, dat kon. Al kon het wel een week of twee duren voordat ik die had. Maargoed, een modelbouwproject is hobby en ik heb de tijd wel.

Terwijl ik ondertussen aan de slag ben gegaan om mijn eigen bouwtekeningen te maken (zie een volgende blog) kreeg ik twee weken later inderdaad een offerte op voor 50 meter hoekprofielen. Dat was even schrikken. De prijs was acceptabel, maar de afmeting minder.
De minimale maar die ze konden zetten was 6 mm. De 3mm en 4mm waar ik om had gevraagd bleken niet te fabriceren. 6 mm is veel te groot voor een schaalmodel. De meest gebruikte maat profielen die nodig zijn voor de beoogde mast moeten 5 mm zijn. (De randstaaf is met 7,5 mm redelijk op schaalformaat, maar de eerste orde diagonalen zijn in werkelijkheid 10 cm en dus moet ik daarvoor aan ruwweg 4 mm zien te komen.) Maar die kunnen niet gemaakt worden. Ik dus vragen of ze een adres weten waar ik dan eventueel terecht kan. Dat wisten ze: ik moest maar eens bij Conrad gaan kijken. Ja, leuk.
Het bedrijf in kwestie was zelfs zo vriendelijk om regelrecht een concurrent te bellen en hen de vraag te stellen of zij wel hele kleine profielen maken konden. Maar nee, ook die gingen niet kleiner dan 6 mm.

IJle masten

In elk geval, de minimale afmeting van de profielen zal dus 6 mm zijn. Ik denk niet dat ik aan betaalbare, kleinere profielen komen kan. En 6mm is te groot.
Oplossingen zijn er legio. Ik heb de volgende opties.
  • Bijnippen tot ik een ons weeg
    Het schaalmodel een halver meter groter maken zodat de profielbreedte de randstaven en 1e orde diagonalen weer matcht
    Een ander ontwerp hoogspanningsmast kiezen (verhoudingsgewijs geeft dat iets dikkere profielen bij een eindhoogte van 2 meter)
    Een hoekmast nemen in plaats van een draagmast (die bestaan uit dikkere en zwaardere profielen)
    Of accepteren dat de schaal van de profielen niet netjes overeen komt.
Lastig, lastig, lastig. En iedere keuze heeft zijn mogelijk- en onmogelijkheden.
Knippen tot ik een ons weeg resulteert in minder mooie profielen en een grote kans op een aantal gemene sneeën. Het schaalmodel een halve meter groter maken is ook niet handig. Tweeënhalve meter krijg je ook zonder traversen lastig door een deur heen of een bocht om, want de breedte van het broekstukje wordt dan indrukwekkend. Plus dat het me zeker 20 meter extra metaal gaat kosten en dat wordt waarschijnlijk heel interessant vanwege mijn mystery budget. Ik had net een moeizame keuze voor het mastmodel doorgemaakt en ik ga niet terug naar een microformaat deltamast of een Gelderse tonmast. En ook een kleinere donaumast trekt me niet zo aan, want juist de complexiteit van de huidige keuze maakt hem aantrekkelijk.

Kiesen voor de hoekmast is te overwegen. Een probleempje: de randstaven bestaan uit kruisprofielen (X-vorm) en die kan je gegarandeerd nergens krijgen. Nu is dat oplosbaar door twee hoekprofielen met de ruggen tegen elkaar aan te monteren, maar of dat een fraai resultaat is waag ik te betwijfelen. En optie 5 is het laatste redmiddel van het project.

Je ziet het wel, dit gemierenneuk op de vierkante millimeter maakt het allemaal niet makkelijker. Het grootste (of kleinste) probleem zit hem dus in de eigenschappen van de hoogspanningsmast die ik na wil bouwen. Het mastontwerp van de lijn Zwolle-Meeden is leuk en aardig, maar de masten zijn eigenlijk net te ijl en te luchtig uitgevoerd om overeen te komen met de schaal. Ik kan naar een kleinere donaumast toe (er zijn ontwerpen waarbij de profielen dan verhoudingsgewijs dikker worden), maar ik had nu net de keuze gemaakt voor een groot exemplaar combimast.
Er is wel een optie die het leven makkelijker maakt: het mastontwerp van de viercircuitlijn Meeden-Emshaven is beduidend zwaarder en minder elegant dan dat van Zwolle-Meeden, maar verder lijken de masten behoorlijk op elkaar. De profielen van Meeden-Emshaven zijn dikker, zeker in de hoekmasten. Zo zijn de randstaven 20 cm en de 1e orde diagonalen 15 cm. (Ja ja, een broekstukmeting onthult interessante details). Dat komt aanzienlijk dichter in de buurt van de schaalmaat van de profielen.

Kortom, ik zit met een dilemma. Bouw ik een exemplaar van de lijn Zwolle-Meeden (eleganter, dichter in de buurt)? Of moet ik die keuze toch herroepen en eentje maken van de lijn Meeden-Emshaven (profielen komen beter overeen)? Of moet ik toch een hoekmast kezen en dan twee L-profielen aan elkaar solderen tot een X-profiel?

Beide masten zijn op een paar meter na ongeveer even hoog, maar de masten van Zwolle-Meeden zijn ijler en met dunnere profielen gebouwd dan die van Meeden-Emshaven. Zwolle-Meeden komt ook eleganter en minder topzwaar over. Maar de smallere profieldikte van deze masten vergeleken met de lompe Meeden-Emshavenmasten is dus ook lastiger te rijmen met de 6mm-profielen die ik waarschijnlijk als constructiemateriaal voor de middelste maat gebruiken moet. Let dus vooral op de diagonalen van de eerste orde in de torens (de ruitvormen). Je ziet zelfs op deze flutfoto's dat die van Meeden-Emshaven net zo dik zijn als de randstaaf van Zwolle-Meeden.

Ofwel: GRR. Ik moet maar weer gaan nadenken over een keuze die ik eigenlijk al dacht gemaakt te hebben. Bah. Ik zet de bouwtekening (waarmee ik net halverwege was) voorlopig even op de hold. En ook maar weer doorspeuren naar een ander metaalbedrijf. Maarr hoeveel succes dat heeft weet ik zo niet. Mensen, onderaan de blog staat een reageervenster. Suggesties zijn deze keer meer dan welkom. Maar je mag ook stemmen in de poll.

Naschrift: Poll is inmiddels gesloten en een keuze is gemaakt. Zie blog 5. De profieldikte van Zwolle-Meeden en Meeden-Emshaven blijkt overigens bij nader inzien identiek bij draagmasten.

Hooggespannen groeten,
Hans.
Halfverankering is net als Volbeat: het kan altijd

Gebruikersavatar
Hans
Site Admin + actief in het mainsite team
Berichten: 3820
Lid geworden op: 03 dec 2011 20:49
Dichtstbijzijnde trafo: Veenoord 110/10 kV

Deel 5. Mastkeuze gemaakt, hoekprofielen worden gefabriceerd

Bericht door Hans » 06 dec 2011 00:58

Oftewel: de Grote Problemen zijn nu dan toch opgelost. De uitkomst van de poll op de site gaf uiteindelijk een grote voorkeur aan het ontwerp Zwolle-Meeden. Even een korte informatie-update.

De meerderheid van stemmen voor Zwolle-Meeden was enorm. Dusdanig dat de andere optie (Meeden-Emshaven) slechts één stem kreeg. Daarnaast bleek dat ik de dikte van de randstaven en 1e orde diagonalen in Meeden-Emshaven onterecht heb overschat. In ieder geval de randstaaf is wél van dezelfde maat als die in Zwolle-Meeden. Een kennis die in het gebied woont (Ot, dankjewel!) was zo vriendelijk om even met de duimstok de breedte van de randstaaf vlak boven de poeren op te meten. Die bleek 15 centimeter: dezelfde maat als Zwolle-Meeden. Dat viel dus weer mee.

Daar kwam bij dat de hoekprofielen waarvan ik bij de firma Erba een offerte had laten maken, een millimeter kleiner (smaller) uitvallen dan beraamd. Ik had aangenomen dat deze binnenswerks (de binnenzijde) 6 mm zouden zijn. Blijkt de buitenzijde, waarmee ze dus toch weer redelijk uitkomen op de schaal die ik had beraamd.

Metaalproductie
Erba Plaatbewerking in Veenendaal. Helaas staat op deze foto net niet de metalen schaal-Eiffeltoren die me in eerste instantie de interesse wekte. Als ze dat kunnen maken, dan is een hoogspanningsmast immers een eitje.
Inmiddels heb ik de fabricage bij de firma Erba in gang gezet. Het heeft geen zin om nog langer door te zoeken naar een ander metaalbedrijf. De profielen die ik nu krijgen kan, zijn wat betreft afmeting en prijs goed genoeg om mezelf de moeite te besparen van het verder zoeken. In combinatie met de laatste restjes van de profielen die ik nog heb van vijf jaar geleden (die boogbrug) moet het allemaal net uitkomen.

Kostenposten
Mijn Mistery Budget (de totale hoogte is voor mij een weet en voor de lezers een vraag!) laat het na aftrek van het metaal toe om nog € 90,- uit te kunnen geven aan andere artikelen. Daarbij moet worden gedacht aan duizenden M2-boutjes. Daar gaat allicht wel € 50,- in zitten, als ik Conrad zo zie. De € 40,- die dan nog over blijft zal deels gaan zitten in alle M2-boortjes die ik ga verslijten - en deels in de Centrale Pot Voor Afbetaling Van De Nieuwe Accuboor.

Dat zit zo. Mijn broer(tje) heeft vorige maand een nieuwe boormachine gekocht en hij vond het best dat ik daar gebruik van zou gaan maken "voor dat veredelde weidepaaltje dat jij bouwen wil". Maar toen ik hem een rekensommetje voorlegde (3000 gaatjes, 10 seconden boren elk) -> 10.000 seconden boortijd = circa 8 uur) stond hij erop dat ik een "passende donatie" zou doen in de Centrale Pot Voor Afbetaling Van De Nieuwe Accuboor. GRR. Naja, gelijk heeft ie wel.
Tenslotte moet het model (eenmaal klaar) nog geschilderd worden. Bereken het totale contactoppervlak van het model met de lucht (circa 60 meter hoekstaal van uitgevouwen twee keer 12 mm breed + 1 mm snijvlakken -> ruwweg 15000 cm2 = 1,5 m2 oppervlakte!).
Je ziet nu al snel dat een potje modelbouwverf van Revell nooit genoeg zal zijn. Dat wordt gewoon een pot zinkmenie kopen á la € 12,50.

Reken daarbij de extra bijkomende kosten (twee keer 20 km rijden om die profielen uit Veenendaal te halen, papier voor bouwtekeningen, allicht nog veel meer boortjes dan beraamd, kwasten, stookkosten, nep-heipaaltjes met cement, whatever) en mijn Mystery Budget kan wel eens heel krap worden...

Ach ja, we kennen het toch in Nederland? Grote projecten zoals de Betuwelijn hierboven duren altijd langer en worden altijd duurder dan beraamd. In dat geval heb ik pas echt een grooot modelbouwproject als ik ook aan die regel voldoe.

Bouwtekeningen
Ook aan de bouwtekening is inmiddels een begin gemaakt, maar meer daarover volgt in de volgende blog. Want dat is nu de eerstvolgende grote stap. Met de pixeltelmethode ben ik inmiddels druk doende om alle maten uit te rekenen. Ook correctiefactoren (nog niet openbaar op depixeltelpagina) worden meegenomen. Al met al wil ik een nauwkeurigheid van een indrukwekkende 2 centimeter bereiken in de bouwtekening.

Ja ja, dat is ambitieus. Zo ambitieus dat Tennet er vermoedelijk niet heel gelukkig mee is als ik die bouwtekeningen (wanneer klaar) hier zomaar online plaats. Ze zullen namelijk exact genoeg worden om "heet" te zijn en daarmee bedrijfsgevoelig voor hen.
Jeweetwel. Doen zij dus hun best om te voorkómen dat er bouwtekeningen gaan rondslingeren, doe ik het alsnog. Kijk, tot nu toe is de relatie met Tennet hier ronduit prima en dat wil ik niet op het spel zetten.
De tekeningen komen niet zomaar openbaar op deze site te staan, maar
misschien wel achter een knop, waar je in kan als je een verzoekje indient.
Als ik de tekeningen klaar heb, vraag ik eerst aan Tennet of ik ze op niet-openbare wijze mag doorspelen aan andere liefhebbers die er belangstelling voor hebben. Wanneer blijkt dat dat inderdaad mag, dan is er op verzoek voor fanatici, Sims-bouwers en andere hobbyisten het een en ander regelbaar.
Kortom, in de volgende blog is het dan echt zover: de bouwtekening, en daarmee het eerste écht moeilijke deel van het project, gaat gemaakt en besproken worden. Stay Tuned.

Hooggespannen groeten,
Hans.
Halfverankering is net als Volbeat: het kan altijd

Gebruikersavatar
Hans
Site Admin + actief in het mainsite team
Berichten: 3820
Lid geworden op: 03 dec 2011 20:49
Dichtstbijzijnde trafo: Veenoord 110/10 kV

Deel 6. Materiaal is binnen! De laatste voorbereidingen

Bericht door Hans » 18 dec 2011 15:16

Achter de schermen wordt druk gewerkt aan een bouwtekening. Dat heeft nog de nodige voeten in de aarde, maar daarover meer in de volgende aflevering. Nu eerst over het bouwmateriaal, want dat is eindelijk binnen.

Wie een hoogspanningsmast wil bouwen heeft constructiemateriaal nodig. Maar niet alles is van de schroothoop te halen. Het benodigde materiaal moest daarom deels op maat gemaakt worden.
In hoofdzaak hebben we qua hardware het volgende nodig:
  • Hoekijzers (randstaafdikte)
    Hoekijzers (toren- en traversemaat)
    Hoekijzers (kleine maat voor tweede orde diagonalen)
    Plaatmateriaal voor schets- of knoopplaten
    Roostermatten voor in de balkons
    Rondijzers voor klimhaken
    Bouten en moeren
    (en het buitenbeentje) Verbruiksgereedschap
En inmiddels (na heel wat gedoe) is al het materiaal binnen. In principe kan ik dus aan het bouwen. Maar voordat we daaraan gaan beginnen kijken we nog even in detail naar het bouwmateriaal.

Hoekijzers voor de randstaven

Afbeelding

Deze knoop van metalen hoekprofielen bevindt zich halverwege mast 126 van de lijn Zwolle-Meeden. We zien dat er in hoofdzaak drie diktes hoekprofielen gebruikt worden. Voor de randstaven van de mast (die dikkere maat die de buitenhoeken van de toren vormen, op de foto het breedste profiel) kon ik gelukkig gewoon naar de bouwmarkt. De dunste profielmaat die ze daar verkopen komt vrijwel overeen met de dikste maat in de hoogspanningsmast. Het scheelt in ieder geval niet heel veel, ze zijn slechts eenderde te groot. Toch viel het een beetje tegen, maar dan op een niet voor de hand liggende wijze.

De binnenwerks 9 mm aluminium hoekprofielen waren te krijgen in een 1 mm en een 1,2 mm dikke variant. Tot mijn niet geringe verbazing bleek de dikke versie goedkoper. En niet zo'n beetje ook, want voor de prijs van 1 strekkende meter dunne profielen kon ik wel 2 strekkende meters profielen van de iets dikkere maat krijgen. Aangezien ik student ben en mijn mystery budget voor dit project niet oneindig hoog is heb ik gekozen voor de iets dikkere versie.

Hoekprofielen van de toren- en traversemaat

Afbeelding

50 meter 5 mm hoekprofielen. Die krijg je nergens. Dus ik heb ze dan maar in opdracht laten maken.

Op omgerekend zo'n 30 centimeter na zijn alle profielen waaruit de hoogspanningsmast is opgebouwd zogeheten L-profielen of hoekijzers. De twee kleinere maten krijg je niet gemakkelijk op de juiste schaal, zoals men uitgebreid kan lezen in eerdere afleveringen van deze blog. Hoekijzers van de twee kleinste maten die voor schaal 1:30 nodig zijn hebben ze nergens in reguliere metaalhandels.*

Dus dan maar speciaal in opdracht laten maken, dat is allicht goedkoper. Zo gezegd zo gedaan. Na heel wat ge-email en getelefoneer met commerciële metaalbedrijven had ik beet bij Erba Plaatbewerking in Veenendaal. Sneller dan verwacht waren de hoekprofielen klaar en een week of twee terug kon ik ze ophalen. Kijk, daar wordt de mens blij van. Een (nu nog even geheim) bedrag aan euro's lichter en acht kilo aan metaal zwaarder kon ik terug naar huis. 50 meter hoekprofiel van 5 mm - tweederde van het totaal benodigede constructiemateriaal in een klap.

*Okee, ze bestáán wel. Als je bereid bent de hoofdprijs neer te tellen kan je ze krijgen. Die hoofdprijs zou ongeveer op € 1300,- uitkomen voor 50 meter lengte. Nuja, je snapt het wel. Het voordeel van een prijs die nog hoger is dan Lekkerkerk-I is dat je dan zelfs niet eens twijfelt. Want zelfs als ik het überhaupt betalen kon, het moet wel leuk blijven en zo'n prijs is dat niet. Vandaar de zoektocht naar goedkopere alternatieven.

Hoekprofielen voor de tweede orde diagonalen

Oftewel: de kniksteunen. Die zijn nog dunner, maar je hebt er wel minder van nodig. Zoals in eerdere blogs te lezen is heb ik in eigen voorraad nog een leuke stapel hele kleine platijzers en hoeklatten liggen waarvan ik ooit o.a. een boogbruggetje heb gemaakt. Deze voorraad zou niet voldoende zijn geweest om een hele hoogspanningsmast mee te bouwen, maar het is wel ruim toereikend om alleen de kleinste maat hoekprofielen uit te halen.

Schetsplaten

Een goed schaalmodel staat of valt met goede knoopplaten. Dat zijn de dikke metalen platen die op sommige plekken van de mast de hoekijzers met elkaar verbinden.

Afbeelding

Deze knoopplaat is van 2 centimeter dik staal gemaakt. Let op de concave uitsnijdingen. Die zijn irritant wanneer je een schaalmodel maakt - tenzij je een goede vijl hebt.

Waar je hoekprofielen nog kan laten maken, zijn knoopplaten op schaal absoluut niet te krijgen. Dat wil de diehard mdelbouwer trouwens ook niet. Enig handwerk is tenslotte leuk en het zelf maken van de knoopplaatjes (met een blikschaar, vijltje en een bankschroef) moet te doen zijn. Ik heb in de hobby wel voor hetere vuren gestaan: zelf een Schmitt-trigger bouwen doe ik bijvoorbeeld nóóit weer.

Maar je moet er wel metaal voor hebben. In dat opzicht scheelt het dat ik op een boerderij ben opgegroeid. Hier grijp je nooit mis. Er zwerft altijd wel een oud, werkloos of surplus stuk metaal rond op het erf dat bij nader inzien precies voldoet aan wat je wil.

Afbeelding

De nok van het dak van de kapschuur bestaat uit gebogen platen titaanzink en daarvan zijn er na de bouw nog wat stukken overgebleven. Zie zo'n restje op de foto hierboven. Ideaal spul.

Titaanzink klinkt oerend sterk. Maar in werkelijkheid is het spul slechts net iets harder dan aluminium. Maar nog beter, het materiaal is vrij taai van aard: het scheurt niet snel en het is vergevingsgezind wanneer je een bepaald gaatje nét een fractie naast de beoogde plek boort. Daarnaast boort, vijlt en knipt het relatief eenvouwdig en het is te buigen zonder dat het meteen breekt. Dat maakt het ongeschikt voor knoopplaten van een meter groot (zoals in het echt), maar voor knoopplaatjes van 3 centimeter of kleiner is het spul beslist sterk genoeg. En omdat je het ook kan vijlen kan ik de concave en naar binnen uitgesneden delen van de knoopplaten precies namaken.

Roostermatten

In een grote hoogspanningsmast bevinden zich balkonnetjes tussen de traversen in. Op die plekken kan je de traversen in lopen of de andere lader opklimmen.

Afbeelding

Probeer uit deze knoop maar wijs te worden hoe de mast in elkaar zit. Toch moet dat gebeuren in de bouwtekeningen.

Deze balkonnetjes hebben een vloer die bestaat uit een metalen roostermat. (Jeweetwel, die dingen die altijd voor de ingangen van sporthallen en schoolgebouwen liggen en waarop je zo lelijk kon vallen als de pestkop van de klas jou weer eens onderuit schopte bij de deur.)


Afbeelding

Dat spul lijkt heel moeilijk op schaal na te maken, maar in de praktijk is het redelijk simpel. Niet nader te noemen familieleden (ook wel broers genoemd) hebben de neiging om alles anders te doen dan jijzelf. Ik heb er hier ook eentje rondlopen. Die is deeltijd-DJ en gek op geluidstechniek.
Geluidsboxen hebben aan de voorzijde vaak van die metelen roosters en - precies.

Nu heeft broerlief een halve kast aan defecte geluidsboxen en aanverwante apparaten waar van die roosters op zitten. Eén graai in zijn afvalkrat lijkt genoeg om mijn drie balkonnetjes van een perfecte schaalmodelvloer te voorzien. En als bonus: de oude stukken rooster zoals die op de foto hebben zelfs vierkante gaatjes! Wie wat bewaart die heeft wat. Aan de andere kant, de meesten zijn zwart. Dat wordt dus wel overschilderen.

Bouten en moeren

Die kan je niet zelf maken. Daarvoor is de firma Conrad de uitgelezen leverancier. Omdat het zo'n grote keten is hebben ze veel keus tegen relatief lage prijzen.

Afbeelding

Prima dus. M2 boutjes en moeren van 5 mm lengte zijn de standaardmaat waarmee ik al jaren modelbouw. In eerste instantie heb ik er 1000 van aangeschaft. Daarmee moet ik een heel eind kunnen komen. Zijn het er niet genoeg, dan kopen we extra bij. Het Mystery Budget is toch al enigszins achterhaald.

Tenslotte: gereedschap

Afijn, al het materiaal is nu dus binnen. Uiteraard zal er vast nog wel wat ontbreken (circuitbordjes en zo) wat je dan ter plekke moet improviseren, maar in grote lijnen is alles aanwezig.
Maar wat heeft men behalve constructiemateriaal nodig om een hoogspanningsmast te bouwen? Voor een echte wil ik dat nauwelijks weten (een heimachine huren bij Boels lijkt me wat overdone), maar voor een schaalmodel voldoet basic handgereedschap prima.

Afbeelding

Jacob beschuldigt me er altijd van dat ik het fototalent van een kleuter heb. Dat is niet waar. Ik heb het fototalent van een platgereden egel langs de provinciale weg.
Aan verbetering wordt gewerkt, maar in deze editie moet je het nog doen met foto’s die kwalitatief nog bedroevender zijn dan de financiële situatie van Griekenland.


Het belangrijkst zijn de drie grote B's: Boor(machine), Blikschaar en Bankschroef. Ook onmisbaar zijn schroevendraaiers (jawel, ik gebruik voor M2-boutjes gewoon spanningzoekertjes! ), een vijl, tangetjes en een ijzerzaag. Potlood, lineaal en een werkplek zijn ook nodig.
Verder natuulijk verbruiksspul zoals zaagjes, een pak boortjes en een boorplankje.

Nu dacht ik als werkplek eerst het hobbylaboratorium van mijn broer en mezelf te gebruiken. Maar eh...

Afbeelding

...juist. Alsof er een bom is afgegaan. Daar kan je zelfs een hele hoogspanningsmast spoorloos kwijtraken als je niet oppast!
Bovendien is het er steenkoud in de winter, want de oude kachel heeft zes uur nodig om het lab op temperatuur te krijgen. En tegen die tijd ben je een paar euro aan stookkosten verdern en dan is de avond al lang in de nacht veranderd. En met die brute winters van tegenwoordig zakt de temperatuur in het lab zo ver onder nul dat we zelfs een keer de fles cola kapotgevroren hebben gehad.

Nuja, er zijn meer creatievelingen in het gezin. Mijn moeder doet aan beeldhouwen en hovenierswerk en die heeft een eigen atelier aan huis. Daar is een tekentafel (handig voor de bouwtekening, zie de volgende blog), het is er warm (ook wel fijn), er is een goede muziekinstallatie (met dank aan een eerder genoemd medegezinslid) en er is ruimte. Veel ruimte.
En inmiddels ook toestemming. Dat laatste was overigens redelijk interessant.

'Eh... mam, mag ik deze winter een poosje van je werkbank gebruik maken?'
'Ja hoor. Hoezo?'
'Ik ga een hoogspanningsmast bouwen.'


In de volgende aflevering: de bouwtekening.
Inmiddels (18 december) is die al bijna klaar.

Hooggespannen groeten,
Hans.
Halfverankering is net als Volbeat: het kan altijd

Gebruikersavatar
Max
380 kV + 3D Pylon Modeler
Berichten: 568
Lid geworden op: 07 dec 2011 22:03
Dichtstbijzijnde trafo: Vlaardingen

Re: Deel 6. Materiaal is binnen! De laatste voorbereidingen

Bericht door Max » 22 dec 2011 23:31

mooie aanvulling!
ik ben erg benieuwd naar de beginselen !
'your personal grid modeler'

Gebruikersavatar
Hans
Site Admin + actief in het mainsite team
Berichten: 3820
Lid geworden op: 03 dec 2011 20:49
Dichtstbijzijnde trafo: Veenoord 110/10 kV

Deel 7. De fotoshoot. Ongecensureerd, recht van voren

Bericht door Hans » 29 dec 2011 16:30

Okee, ik beken. De schijn hoog houden lukt niet langer. Ik geef het toe. Ik ben niet hoogebegaafd, niet geniaal, geen idiot savant en ik heb al helemaal geen fotografisch geheugen. Zelfs geen talent voor kantklossen. Alleen maar een passie voor hoogspanningsmasten, en daar moet ik het mee doen.

Kortom, even naar een hoogspanningsmast kijken en vervolgens uit het hoofd een perfect 1:30 schaalmodel maken zal niet gaan. Er is een bouwtekening nodig.
Maar aangezien die niet vestrekt worden moet ik hem, zoals eerder gezegd, zelf zien te maken. De basis voor zo'n tekening bestaat uit een gebrekkig ruimtelijk inzicht (ik rij heel vrouwelijk auto en het achteruitrijden is bij mij telkens eh.. heel interessant ), een achterovergedrukte flap-over (kingsize ruitjespapier ), en... tientallen foto's!

De leidende voorwerpen zelf staan namelijk doodleuk middenin het veld, waar iedereen ze kan zien en bewonderen. Foto's vormen dan een prima basis voor de bouwtekening. Met de pixeltelmethode kan ik aan de hand van een heel strakke fototechniek de maten afleiden. Broekstukmeting erbij, nog wat ingezoomde detailfoto's van balkonnetjes en tenslotte nog wat archieffoto's van de aanzet van de derde verdieping traversen (2010) opduikelen en dat moet genoeg zijn.

Broekstuk- en torenterreur

Hopla, fototoestel van een ander gezinslid van de kast gepakt en dan de velden in. Dat lijkt simpel, maar kijk eens goed naar de torens en de broekstukken van de masten op de volgende foto's.

Afbeelding

Heel verschillend, nietwaar?

Bijna niemand weet dat de draagmasten in de verbinding Zwolle-Meeden niet uniform van hoogte zijn. Sterker nog: er zijn twee torenhoogten verkrijgbaar op drie verschillende broekstukken -> ZES draagmastontwerpen. (De hele hobby is kijken, kijken, kijken! )

Afbeelding

De ietwat hogere torenmaat wordt o.a. gebruikt bij het oversteken van wegen wanneer er toevallig precies een viaduct op die plek onder de lijn terechtkomen. Omdat de verhoging met een hogere toren maar een meter of vier is (S+4, steunmast +4 meter), moeten we in theorie van heuse crossingsmasten spreken. Ehm... de vinger ja. Het verschil is zelfs voor kenners moeilijk te zien, laat staan voor een leek. Ik hou het hier gewoon op draag- of steunmasten, typetje S+4.

Maar de modelbouwer ziet dat een beetje anders. Dit onderscheid maakt dit het leven onaangenamer. Welke moet ik nu kiezen, want ze zijn dus niet allemaal gelijk.

Uit het raam staren

Welnu: vanuit het raam van de boerderij in Holsloot kijk ik tegen het lijnvak Wachtum-Holsloot aan. Dat lijnvak bestaat geheel uit deze licht verhoogde masten vanwege de oversteek van een snelweg (de A-37) en twee viaducten (Eldik en N34). De rest van het gezin was van mening dat het het leukste is om een mast na te bouwen zoals we die vanuit het eigen raam zien, en daar was ik het mee eens. De keuze viel daarom op de masten 113 en 114. Die twee zijn identiek en op de inmiddels grijsgedraaide foto (niet kwijlen, Jacob) staat nummer 114 prominent in beeld. Helaas hangt daar tegenwoordig een kleine GSM-ontvanger in, dus dan doen we 113, op de foto eentje erachter.

Afbeelding

Mooi. Dat probleem ook weer opgelost. De precieze gegevens van het sub-ontwerp zijn dus ZL-MEE 113/114, S+4 @ bijpassend broekstuk.

Zeg eens kaas?

Het ontwerp van nummer 114 is dus bepalend. Vanaf de onderste traversen naar omhoog zijn alle draagmasten wel allemaal identiek, dus dat stuk kan ik fotograferen waar ik wil. Daarom zijn de foto's van de bovenste delen van de mast op een andere dag en bij een ander exemplaar gefotografeerd dan de onderste delen.
Deze onderste delen van de toren en het broekstuk vereisen wat meer kijkwerk, maar op den duur weet je ook waar nog meer identieke masten staan. Want het exacte ontwerp (S+4, bijpassend broekstuk) is ook op andere plekken in de lijn te vinden.

Het gevolg is dan ongeveer een foto of vijftig zoals deze exemplaren. Deze zijn dus "echt" en worden ook daadwerkelijk gebruikt - maar dan wel in hun werkelijke formaat, ongeveer tien keer zo hoog en breed als hier.

Afbeelding

(detailopnamen van een balkonnetje)

Afbeelding

(traversen van onderaf, voor het tellen van de diagonalen en de breedteberekeningen (na correctiefactor))

Afbeelding

(traverse III van schuin opzij, voor een algemeen beeld)

Afbeelding

(Schetsplaat en doorverbinding ter hoogte van het kruis)

Afbeelding

(Mast 98 in de strak aan regels gebonden "pixeltel-houding". Deze foto is werkelijk gebruikt voor de pixeltellingen van het broekstuk en de onderste torendelen.)

Drie fotomodellen, één gedachte

Er zijn dus fysiek drie verschillende masten die model staan voor het schaalmodel dat gebouwd gaat worden. Mast 126 (voor alles ter hoogte van de eerste traversen en hoger), mast 98 (voor de pixeltellingen) en mast 114 (voor het mooie glamoureuze portret vanuit perspectief).

Het tekenen is begonnen. In werkelijkheid zelfs al bijna klaar (man o man wat loop ik achter met de blogs). In de volgende blog gaan we op het papier-tekenen in, samen met het pixeltellen en berekenen. Als uitsmijter van vandaag doen we nog even een glorieportret van nummer 114.

Afbeelding

Jawel, precies dit ontwerp wordt het dus. 1:30, schoon in het handje. En tot op de lat nauwkeurig.
...want wij gaan tot het draadje.

Hooggespannen groet,
Hans.
Halfverankering is net als Volbeat: het kan altijd

Gebruikersavatar
Ot
Actief in het mainsite team
Berichten: 561
Lid geworden op: 11 dec 2011 21:59
Dichtstbijzijnde trafo: zwolle weteringkade

Re: Deel 7. De fotoshoot. Ongecensureerd, recht van voren

Bericht door Ot » 29 dec 2011 18:49

Hans Nienhuis schreef: glorieportret van nummer 114
Damn. Hans jij boft maar. De een-evenmasten bij mij komen mijn neus uit en meeden-eemshaven geeft het gevoel van een soort rekwerk. Dit ontwerp is tjsa.. eigenlijk zijn het best wel mooie masten.

Zeker met de blauwe lucht en dat gemaaide gras ervoor. Ik wist niet dat er ook verhoogde masten waren, maar inderdaad je moet het verschil maar net weten. het broekstuk is iets korter en dikker maar meer zie je er niet aan. goeie keuze hoor, die s+4. ik weet wel hoe het er bij jou uit het raam uitziet en het is juist leuk dat je precies zo eentje bouwt.

btw dank je voor de dubbelfriss. mijn beugel zit nog net zo muurvast als die masten zelf ook. Zullen we nog eens ergens om wedden?
50 kV | DENK aan de kleintjes! STOP het UITRUIL BEGINSEL!!

Gebruikersavatar
Peter
380 kV + Netkaartcrew
Berichten: 3399
Lid geworden op: 07 dec 2011 20:02
Dichtstbijzijnde trafo: Almelo Tusveld

Re: Deel 7. De fotoshoot. Ongecensureerd, recht van voren

Bericht door Peter » 29 dec 2011 21:20

Kleine verschillen in broekstukken zijn ook terug te vinden in de 380kV lijn die langs Almelo loopt dus ik kijk er niet van op. Bij de 380/110kV combinatiemasten ter hoogte van knooppunt Azelo zijn de verschillen zelfs duidelijk zichtbaar, als ik er langs kom zal ik er eens foto's van maken.

Het is inderdaad blijven kijken. Het verschil zit hem soms in kleine details.

Plaats reactie