Hans bouwt (weer) een hoogspanningsmast: wintrack

Is een hoogspanningsmast voor jou meccano next level? Kan je goed modelleren? Heeft de netfrequentie geen geheimen meer voor jou? Welkom in de doe-het-zelf hoogspanningshoek
Gebruikersavatar
Tom
380 kV
Berichten: 2661
Lid geworden op: 24 dec 2012 16:46
Dichtstbijzijnde trafo: Lochem

Re: Hans bouwt (weer) een hoogspanningsmast: wintrack

Bericht door Tom » 14 sep 2016 19:39

Tjonge, ik zie dit nu voor het eerst en sta stomverbaasd van de netheid en de inventiviteit die je laat zien om dit project tot een mooi resultaat te brengen.
En het leest ook als een tiet .

Gebruikersavatar
Mark
Globale moderator
Berichten: 1188
Lid geworden op: 25 jan 2012 01:06
Dichtstbijzijnde trafo: Spijkenisse

Re: Hans bouwt (weer) een hoogspanningsmast: wintrack

Bericht door Mark » 12 okt 2016 12:33

Hoe staat het met deze scheikundig afgewerkte satestokjes, Hans?

Gebruikersavatar
Hans
Site Admin + actief in het mainsite team
Berichten: 3820
Lid geworden op: 03 dec 2011 20:49
Dichtstbijzijnde trafo: Veenoord 110/10 kV

Re: Hans bouwt (weer) een hoogspanningsmast: wintrack

Bericht door Hans » 23 okt 2016 16:11

Deel 3. Alles is oplosbaar

Het bouwen van mastmodellen lijkt soms veel op de praktijk zoals dat buiten in de weilanden gaat: hoge bergen, diepe dalen. Vanwege technische problemen, randwerkzaamheden (studie, vakantieoppas, mediaschietschijf, grasmaaier, walnootraper) en vanwege de mooiste nazomer sinds de oprichting van de PGEM was het de afgelopen twee maanden een klus van vallen en opstaan.

Wanneer je het je kan veroorloven om de scriptie even in de wacht te hangen zodat er agrarisch geprofiteerd kan worden van een ongekend mooie nazomer, dan moet je dat niet nalaten. Meer Hans, Meer Geld in de Staatskas erbij.

Afbeelding

De fotokwaliteit is overigens beroerd in dit deel van de blog. Sinds een firmware-update van mijn telefoon (een weinig gangbare Sonim A8+) wil de camera niet meewerken en zelfs uw kleurendove medemens krijgt spontaan last van een harmonische opslingering van zijn stemming wanneer hij het resultaat van 5.0 megapixels pure ellende moet aanzien.

Na het infrezen en oplijmen van de obstakels zijn de wintrackpalen in ruwe vorm klaar. Bij vakwerkmasten is dan het stadium bereikt dat genoegzaam bekendheid heeft verkregen als ‘de mast in zijn nakie’. Ook bij wintracks blijkt dat stadium te bestaan. De beide pylonen zijn klaar, de laatste naden en hobbels zijn vlakgeschuurd, alle haken en ogen zijn opgelijmd en de palen zijn vocht-, vet- en stofvrij gemaakt. We kunnen verven.

Conform het voorschrift van Zwarts & Jansma is papyruswit de kleur waarvan we de pylonen moeten voorzien. Roest hoeft bij dit model niet op afstand gehouden te worden, dus een goedkope B-merk spuitbus papyruswit is afdoende. Wachten tot de wind wegvalt en na een dun eerste laagje verf kunnen de asperges rustig opdrogen. Vervolgens kon de eveneens lange, smalle en papyruswitte gestalte van ondergetekende horizontaal in de strandstoel worden gepositioneerd om van een uurtje Q-Short Beam te gaan genieten ter verlaging van het persoonlijk albedo. Wat een gemak.

Krijg nou conductorgallop

Het korte maar onmiskenbare Engelse leenwoord dat een uur daarna door Holsloot echode en de draden van Zwolle-Meeden minstens drie meter deed uitzwaaien zal de slopers van Hoogeveen-Veenoord in hun tijdelijke woonunits wellicht hebben doen denken dat ze nog persluchtschakelaars gebruiken op het naburige trafostation.
Goedkope huismerkspuitverf blijkt een stofje te bevatten waar polymelkzuur slecht tegen kan. Oftewel: van spuitverf lost de wintrack op.

Afbeelding

Elk deukje en krasje dat na het schuren nog was achtergebleven was uitgebeten, weggevreten en uitgegroeid tot een factor tien van wat het eerst was. In plaats van gladde witte palen zagen de wintracks er nu uit als een net geschuurde plank die in de grondverf was gezet: overal waren kleine maar venijnige vezeltjes omhoog gekomen waardoor het resultaat ruw, rafelig en beslist niet naar wens was geworden. Om nog maar te zwijgen van alle krassen en kraters.

Een nadere inspectie van de (gelukkig overschaalde) 2 mm dikke kokerwand van de wintracks toonde aan dat de hoeveelheid opgelost materiaal nog te overzien was zodat het hele project niet als verloren hoefde te worden opgevat. Maar het gaf wel extra werk. Vanwege alle lipjes, opgelaste ringetjes en isolatorbevestigingen konden de bovenste delen van beide pylonen niet zo makkelijk worden geschuurd als voorheen. Voorzichtig handwerk met een klein schuurpapiertje dat net om een vingertop kon. Per pyloon kostte dat een uur of twee inclusief navenante hoop ergernis. Toch goed dat de echte wintracks geen last van agressieve spuitverf hebben, want dat zou een heel nieuwe dimensie geven aan problematiek met graffiti…

Na lang schuren waren we terug bij af. Nu de ramp was euh.. opgelost en de schade zich verder slechts beperkte tot de marktwaarde van een onbruikbare spuitbus witte verf, moest er worden nagedacht over hoe dit verder moest. Gewoon met een kwast schilderen? Liever niet – je krijgt het nooit zo mooi strak als met drie of vier dunne lagen spuitverf. De oplossing (nee, ander woordje Hans) werd gezocht in een ander merk verf.

Een pakketje schroot

Even raad vragen aan vriend B met de 3D-printer. Die kende dit ook niet, maar hij had wel wat stukken plastic en restanten van eerder geprinte objecten die van hetzelfde materiaal gemaakt waren. Op dat PLA-schroot en oude onbruikbare printsels van polymelkzuur konden we wat soorten verf uitproberen. Toch eigenaardig als je van een vriend een pakketje schroot krijgt.

En dan begint de Grote Spuitbussentombola. Ik ben geen chemicus en heb geen idee hoe of welk stofje ervoor zorgt dat spuitverf en wintracks elkaar niet mogen. B van de 3D ook niet. Dus ik heb gewoon de gok maar gewaagd: spuitverf van een andere fabrikant. Als die ook niet zou werken, dan kan je een derde of vierde merk uitproberen. Aangezien dat aardig in de papieren kan lopen, werd besloten om nu eerst A-merk spuitverf te nemen. Als die ook een groter oplossend vermogen heeft dan die briljante klasgenoot in combinatie met differentiaalvergelijkingen, dan kan ik er bijna wel van uitgaan dat andere merken ook niet zullen werken.

Al snel werd duidelijk dat deze verf anders was als het vorige merk en dat verder zoeken niet nodig was. Het proefstukje droogde razendsnel, het plastic loste niet op, werd niet ruw en de verf dekte prima. Fijn. Gauw deze episode als opgelos.. eh, als achter de rug beschouwen.

Afbeelding

Geheel herstelbaar was de schade niet. Men ziet op de foto’s nog steeds dat het resultaat geen perfect gladde spiegeling meer heeft. Het is niet anders. In elk geval, nu bij poging twee de wintracks wel mooi wit en toch nog redelijk glad waren geworden kon ook het potje met zwarte verf open. De uithouders voor de retourstroomgeleiders, de bliksemdraden en de bevestiging van de trekisolators zijn zwart van kleur. Dat deed wonderen. Opeens werden de pinakels echte wintracks.

Afbeelding

Expeditie Isolator

Daarna verder met een ander aspect van deze masten: de isolators. Bij vakwerkmasten is het gebruik van lego voor de isolators een beproefd en bewezen concept. Bij wintracks moet ook hier weer opnieuw het wiel worden uitgevonden. De V-braces hebben kunststof isolators met een glasvezelen kern en siliconen flensen. Die vragen bij toepassing in schaal 1:25 om een heel andere aanpak dan een partij lego laten invliegen uit het land van Wickie de Viking.
Ot kwam ooit met de suggestie om een staafje met metalen waaien te gebruiken. Lars (Ots broer, voor wie de afgelopen blogs onder een steen zat, red.) zei hetzelfde als wat vriend B van de 3D ook al zei: kan die 3D-printer dat niet ook? Dat werd een aanlokkelijk idee aangezien de 3D geprinte circuitbordjes bij een vorig mastmodel ook prima gelukt waren.

Begin september ben ik met vriend B van de 3D naar Rotterdam geweest om eens te gaan kijken bij Mini World. Dat uit de hand gelopen modelbaantje bood voldoende inspiratie en handigheden om ook de eigen modelbouwprojecten naar een hoger plan te tillen.

Afbeelding

(Oei, ik heb zo het idee dat ze bij Mini World weinig verstand hebben van netstrategie, gezien de dubbelcircuit-steeklijn rechtstreeks op een enkelvoudige isolator, zonder afspanportaal, vermogensschakelaars of.. nouja, zelfs met draadbreuk in een van de circuits...)

Maar waar het vooral om gaat is de bijvangst. Het was uitgelezen weer en op de terugweg zijn we langs Pijnacker gereden om de wintracklijn tussen het opstijgpunt en Bleiswijk te volgen. Raak en ongecensureerd kromtracks kijken en daarbij vrijelijk commentaar kunnen spuien over de Kromheid der Dingen. Wat wil de Homo Sapiens Hoogspannicus nog meer?

Afbeelding

Compensatiegedrag

Ongeveer alle vrienden van ondergetekende hebben fototoestellen met zogeheten compensatiegedraglenzen. Lars heeft een uitbouw op zijn fototoestel die, indien recht omhoog gezet, van obstructieschildering en strobe lights moet worden voorzien. Driekwart van de onweerchasers hebben zo’n ding waarbij je denkt dat ze een tankdivisie zijn begonnen wanneer ze ermee uit het zijraam van hun chasemobiel hangen. Ook hier op dit forum weet ik dat er een aantal mensen zijn die het huwelijk tussen een fototoestel en een telescoop uiterst serieus nemen. En jawel, ook vriend B van de 3D heeft een fatsoenlijk fototoestel met een lens die ongeveer tot halverwege de omloopbaan van het ISS komt.

Dus ik heb B van de 3D zijn gang laten gaan met dat monster.
Vervolgens kan je op ruim 1,5 GB resultaat zelfs in full HD de vliegen zien schijten op de coronaringen.

Afbeelding

Afbeelding

Terwijl ik me stond te verbazen over hoe mooi een losse wintrackmastpositie eigenlijk is vergeleken met de warrige en drukke aanblik van een heel mastvak van die dingen (een interessant contrast dat ik bij vakwerklijnen nooit heb ervaren), schoot B van de 3D ruim driehonderd plaatjes van wintrackmastpositie 36 vanaf iedere afstand en richting.
In een kwartier was de hele mast tot in zijn vunzigste details op de foto gezet. Je kan de stempels en ingeslagen codes op de metalen componenten zien zitten en ik verbeeld me dat ik op een van de foto’s zelfs een protozoa zie niezen.

Afbeelding

Om zulke foto’s zat ik als trotse 110 kV’er redelijk verlegen in de eerste maanden van dit project. Knarvel en Mark weten hoe blij ik was/ben met de foto’s die zij hadden gemaakt. Maar het materiaal dat nu werd geschoten is qua scherpte en detail een essentiële stap verder.

Afbeelding

Vlot terug naar het noorden, nu eens in een voertuig dat de maximaal toegestane snelheid op de snelweg wel gewoon haalt zonder dat je de zonnekleppen naar beneden trillen, de tomtom van het raam flikkert en de zonnebrillen van het dashboard af dansen.

Afbeelding

Koud twee uur later we waren terug in de mancave van B van de 3D. Die kan goed omgaan met CAD-software en in een wip was een isolator nagetekend, waarna de printer kon worden opgewarmd voor een proefdruk. Omdat een 3D-printer geen horizontale objecten kan printen zonder ondersteuning, besloten we de isolator over de lengte in twee helften te snijden zodat de flensen als halve cirkels recht omhoog kwamen te steken. In het midden van de isolator zou dan een poortvormige opening blijven zodat er een holle koker met flensen ontstaat wanneer beide helften tegen elkaar worden gelijmd, rondom een bevestigingspin.

Draden trekken maar dan anders

Terwijl wij in de zitruimte (onder het toeziend oog van een periodiek systeem aan de muur) met een zak patat op schoot, de voeten op de bijzettafel en een oude aflevering van Takeshi’s Castle op Netnix invulling zaten te geven aan het begrip mancave, maakte de 3D-printer er in een minuut of veertig een waar kunststukje van.

Of nou ja, dat was de bedoeling.
Nadat B van de 3D een melding op zijn telefoon kreeg dat de printer twee kamers verderop klaar was (nerdheid is echt een kunst ) was de verbazing groot toen bleek dat het uitprinten van de flensen geen onverdeeld succes was geworden. Niet vanwege de mate van detail (0,25 mm is prima), maar omdat slic3r (het stuurprogramma van de printer dat ervoor zorgt dat er telkens dunne laagjes gelegd worden, zie het screenshot hierbeneden) de printklus had versleuteld in een driftig heen en weer bewegen van de printkop, steeds van flens naar flens in de lengterichting in plaats van in de breedterichting van de halve cirkels. Daardoor had de printer duizenden flinterdunne, maar zeer vervelende draden restantplastic getrokken tussen de flensen in. Die hadden voor vervormingen, oneffenheden en afkoelingsproblemen gezorgd waardoor het eindresultaat eruitzag alsof iemand er met een vlam overheen was gegaan...

Afbeelding

B van de 3D had dit ook nog nooit meegemaakt. En hij was niet bepaald te spreken. Een van de grootste ergernissen voor iedereen die van technische snufjes houdt is diezelfde techniek als die het op een cruciaal moment laat afweten. Maar de printer heeft twee printkoppen en we hadden de grofste van de twee gebruikt. 0,25 mm per laagje was in het originele plan voldoende dun om een mooi isolatortje uit te printen, zodat de keuze voor de grote kop snel gemaakt was. We gingen er vanuit dat juist door de lege ruimte tussen de flensen er geen problemen met koelen zouden ontstaan omdat de flensen zelf als koelvinnen fungeerden. Nu dit niet leek te voldoen en die draden plastic het resultaat onbruikbaar maakten, zou op een later moment alsnog de kleine kop worden ingezet voor een tweede poging.

Rampen en bipoles komen nooit alleen

Twee dagen later. Hans a.k.a. vakantiewacht probeert in zijn eentje een boerderij te draaien waardoor het hobbywerk aan de wintracks zich beperkte tot het zagen van twee stukken steen voor de fundamenten. Gaat daar de app af. B van de 3D. And here comes trouble.
De kleine printkop had het begeven. Ergens zat een verstopping of er was om een of andere, voor mij niet in begrijpelijke taal te volgen probleem met het ding. Omdat de isolators hobbywerk betreft kan alles doodsimpel een poosje in de wacht hangen, maar het kwam wel slecht uit. Ik had het er juist ongeveer aan toe om isolators te kunnen gaan monteren.

Ongeveer 60480000 volledige wisselstroomcycli later – nog steeds geen sjoege te krijgen in de kleine printkop. Gelukkig duurde het nazomerweer voort en het brandhout voor bij het vuurtje in de avond was nog niet op. Maar na het solderen van de vlaghaakjes en het deels bouwen van de voetplaat werd het steeds lastiger om werkzaamheden te vinden waarbij de isolators nog langer ontweken konden worden.

Dan wachten we gewoon verder...

Afbeelding

...maar een grondboorkampioenschap...

Afbeelding

...een bezoek met een weervereniging aan Zonnepark Ameland...

Afbeelding

...een weekend naar Keulen met studiegenoten (let op de rookpluim van een van de megacentrales)...

Afbeelding

...inclusief een bezoek aan dat kleine kolenmijntje van Tagebau Hambach...

Afbeelding

...en zelfs een soort van mediacircus later…

Afbeelding

– nog steeds geen isolators.

Nu is het wel een keer mooi geweest.
Net toen er voorzichtig weer aan alternatieven werd gedacht, kwam afgelopen week dan toch het bericht dat de printkop het weer deed en er een nieuwe proefdruk kon worden gemaakt. Vrijdag was het tijd om naar de mancave af te reizen en een nieuwe poging te doen. Na nog wat lastminute-wijzigingen in de CAD-tekeningen (iets grotere interflensruimtes) konden we los.

Volgens een onnavolgbaar patroon bouwde zich een isolator op op het printbed. Een wonderlijk gezicht waar ik nog steeds lichtelijk aan moet wennen – en eerlijk gezegd nog steeds een klein beetje bang van raak als oldskool modelbouwer. De kracht van een 3D-printer ten aanzien van modelbouw heeft veel gemeen met HVDC: een prachtig mooie techniek die meerwaarde biedt, maar ook enigszins eng en bedreigend voor de ons zo gewaardeerde bovengrondse AC-netwerken.

Afbeelding[/URL]

Het resultaat is acceptabel, maar we zien nog steeds enige problemen met draden plastic. Het lijkt wel spinrag, maar het is een stuk hardnekkiger en het dient met een scalpel verwijderd te worden. Per halve isolator duurt het met gemak twintig minuten om dat een beetje goed te doen en voor de dunnere bovenisolators is het niet anders. Men kan wel nagaan dat daar t.z.t. nog heel wat tijd in gaat zitten.

Afbeelding

Afbeelding

Ook vrijdag draaide het nog niet uit op een volledig setje isolators. Deze keer kozen we ervoor om de tijd te besteden aan het maken van een proefexemplaar van de boven- en onderisolator om zo de kwaliteit te kunnen beoordelen, zodat bij goedkeuring de rest van de order kon worden geprint zonder dat ik er zelf bij zit. De eerste twee exemplaren kon ik direct meekrijgen, en dat is precies genoeg om maten en breedtes te kunnen afmeten in de constructiewerf.

In het volgende deel van de blog gaan we ons eindelijk bezig houden met die isolators, coronaringen en het voltooien van het bovengrondse deel van de wintracks. Maar die twee witte ongekookte spaghettistengels hebben een bijkomend probleem: ze vallen om de haverklap om. Bij dit model zal dus voor het eerst een fundament moeten komen. Dat zal nog wat voeten in de aarde krijgen.

Afbeelding

En tot die tijd nemen we geen risico’s. Touwtje ertussen dan maar?

Hooggespannen groeten,
Hans.
Halfverankering is net als Volbeat: het kan altijd

Gebruikersavatar
Ot
Actief in het mainsite team
Berichten: 561
Lid geworden op: 11 dec 2011 21:59
Dichtstbijzijnde trafo: zwolle weteringkade

Re: Hans bouwt (weer) een hoogspanningsmast: wintrack

Bericht door Ot » 04 jan 2017 12:27

Doe eens een nieuw deel posten, je loopt weer achter.
Op die foto die je naar me appte moeten alleen de stickers nog.
50 kV | DENK aan de kleintjes! STOP het UITRUIL BEGINSEL!!

Plaats reactie