Wat er deze keer aan voorafging
Het Nederlandse onweerseizoen van 2017 heeft de stormchase-community in verbijstering achtergelaten. Een heel seizoen dat voorbij is gegaan zonder één grote knaller, dat is al heel lang niet meer gebeurd. En ook in Duitsland was het een betrekkelijk mager seizoen. Daardoor is een groot deel van de jaarlijkse stormchase-financiën niet aangesproken. Grotendeels laten we dat zo, het overschot gaat fijn in de pot voor 2018. Maar zelfs dan is er nog voldoende ruimte om ongestraft een ad-hoc avontuurtje te kunnen ondernemen. Dit weekend is zoiets gebeurd.
Van de fotoseries van Tom kennen we de aanblik van de Ardennen in de herfst. Daar zien we dat je de herfst moet leren ontdekken. Het is minder makkelijk en bekend dan de zomer, maar zeer de moeite waard. Collega-chasers die er verstand van hebben zeggen precies hetzelfde: de herfst is een onderschat seizoen, zeker in de bergen.
Afgelopen weekend leek het zaterdag mooi weer te worden in de Zwitserse Alpen terwijl de kleuring van de bomen nu precies goed was. Herfst in de Alpen stond al langere tijd op de verlanglijst van enkele personen, maar je hebt slechts een paar weekenden de tijd en dan moet je het ook nog net treffen met het weer. Nu zijn we als onweerchasers wel gewend aan ad-hoc de agenda omgooien (immers, onweer wacht niet) en met langere afstanden rijden zijn we ook niet onbekend. Zodoende zijn we met drie personen dit weekend 'zomaar' de Alpen in gereden om de herfst in de bergen van dichtbij te bekijken.
Uiteraard is er de nodige hoogspanning als bijvangst. Zoals dat hoort in het van cult doorspekte onweerchasewereldje leverde dat het nodige grofgebekte jargoncommentaar op. Alles wat niet bevalt wordt eets genoemd, nog altijd word ik met Butters aangesproken, en opmerkingen in de strekking van 'Butters, kan die (___) eetsmastenlijn met polio-armpjes niet gewoon een Puerto Ricootje doen?' zijn dan ook heel normaal.
Morteratch, Ftan, Zernez, Scuol
Het doelgebied waren de bergmassieven in het zuidoosten van Zwitserland, in het bijzonder de massieven van Morteratch, de omgeving van Scuol en Zernez: joekels van molshopen waarvan de hoogsten hun snuit door de 4000 meter heen drukken met voldoende sneeuw, gletsjers als leverancier van extra blauw water en een aantal mooie dalen eronder.
We waren prima op tijd voor de zonsopkomst boven het Morteratch-massief. Sterren die langzaam in de verblauwing wegzakken terwijl de ijskappen op de vierduizenders van staalblauw naar helwit gaan. Prachtig, maar ook enorm koud. Deze magere gratenbaal is erg kougevoelig en het was min zes terwijl we daar een uur stonden te blauwbekken. Naar school fietsen of op de boerderij werken, dan blijf je in beweging. Dit was echter stilstaan in een gemeen koud windje waar ook het accupack niet blij mee was. Erg goed zijn deze foto's bij mij dan ook niet gelukt.
De andere kant op, richting de bergen, leek het landschap wel sepia. Merk op hoe goed de 380 kV-verbinding naar Italië wegvalt tegen de beboste hellingen. Je ziet hem bijna niet. Toch was ook dichterbij wel duidelijk dat men in Morteratch hydropower had. De plaatselijke bergbeek zag eruit alsof hij voor 90% was afgeknepen en verderop stond een of ander gebouwtje waar een weldadige trafobrom uit opsteeg. Staat... niet op de kaart zou Nance van Lingo zeggen.
Met het hoger klimmen van de zon werden de dalen langzaamaan steeds beter aangelicht. De groene berm in de zomer blijkt nu bruin en grauw te zijn. Een heel ander gezicht, zelfs voor wie normaliter wat moeite heeft met kleuren, maar het is beslist niet minder mooi om doorheen te rijden. Veel toerisme is er niet in de herfst. Je kan gewoon op je dooie gemak langzaam rijden op de haarspelden zonder dat je een staart toeristen met boze koppen achter je aan hebt. Wat een rust.
Hoger en hoger klommen we, het Morteratchmassief op, door de bergpas van Bernina richting Italië, op zoek naar goed licht en fraaie composities.
Een zweem hoge bewolking vormde de eerste voorbode van de naderende stormdepressie die gisteren schade veroorzaakte in Oostenrijk. Maar op zaterdag zorgde het er juist voor dat het zonlicht een beetje zacht van aard was. Geen overbodige luxe, de contrasten zouden later op de dag enorm zijn en de grenzen opzoeken van wat het dynamisch bereik van de camera aankan.
De bergpas was sneeuwvrij, maar nog steeds was het een vrij bar landschap. De 380 kV-verbinding naar Italië, met meeliftend 220 kV-circuit, baant zich er met enig bonkig gemopper een weg doorheen, telkens wisselend van de tonvorm op de donauvorm en terug. Ook het meeliftende circuit wrong zich in veschillende configuraties, soms zelfs tijdelijk in de oksels van de 380 als de lijn een strakke bocht om moest, zie ook de foto hierboven.
Dat ik een fototoestel in mijn handen had was het enige dat me gered heeft van een spontaan stukje zwemmen in het bergmeertje, nadat ik de asymmetrische meelifter ter sprake bracht. Het was duidelijk: hier willen ze niet over praten, dit willen ze gewoon haten.
'Butters, is er ook een dal in de buurt zonder 380-eets?'
Hopsekee, de netkaart erbij op de telefoon, midden in de bergpas. Dankzij het intekenwerk van Peter was in een wip na te gaan waar en aan welke kant van het dal (i.v.m. zonnestand) de zware jongens wel of niet in de foto komen te staan. Dat werd wel degelijk gewaardeerd en het was leuk om te zien hoe verhipte handig men de netkaart opeens begon te vinden.
Toch blijf ik erbij dat ze niet te snel moeten zeuren over een hoogspanningslijn in beeld. De vakwerkmasten deden goed hun best om zo min omgelijk op te vallen. Zoek de hoogspanningsmast.
Aan de andere zijde van de bergpas stond het zonlicht rechtop de bomen. Prachtig voor mensenogen, maar de oude Pentax K100D had grote moeite met het vastleggen van deze uitzichten. Het is een prima ding, maar het dynamisch bereik is duidelijk de stand der techniek van 2006 en dat was te merken. De camera’s van de andere twee personen zijn een state-of-the-art Nikon en een al net zo vlotte Canon. Dan moet je echt je meerdere erkennen met een eld jaar oude Pentax. Het stacken van foto’s beheers ik ook niet, ik moet het van single shots en desnoods enige nabewerking hebben. Zoals je ziet op de onderstaande foto's wordt hier de grens aangetikt van wat nog lukt met de camera.
Halverwege de weg omlaag zijn we een stukje gaan wandelen naar een goed verstopt, piepklein meertje met waterval (mooie verrassing). De alpenweiden die in de zomer ongetwijfeld grazig zijn, zagen nu geel en dor. Op weg naar ongetwijfeld een genadeloze winter.
De verkleurende bomen op deze hoogte zijn berken en lariksen. Beide kunnen intens geel worden en zelfs voor iemand met moeilijk kleurenzicht is het indrukwekkend hoe geel de wereld kan zijn die anders alleen maar groen in de toeristenfoldertjes staat.
Deze foto hebben de andere twee niet gemaakt. 'Ja, die eetsmast staat in de weg.' Oja joh? Zonder dat laagspanningspaaltje mist de foto juist precies zijn essentie, zelfs als je een hekel hebt aan dit soort voorgrondobjecten.
Door een beekje waden met de schoenen en de camera op de arm, tintelfris water, direct drinkbaar. Met dit soort uitzichten. Soms heeft zelfs de homo sapiens hoogspannicus voldoende aan een uitzicht met 0 kV, zoals op dit touwtje dat geen elektrische maar uitsluitend mechanische spanning kent. En hangend boven het water iets toevoegt aan wat anders een betrekkelijk saaie foto was geweest.
Op de foto hierboven is te zien dat nu echt de grenzen bereikt zijn van wat je kan bereiken met een oude Pentax. De kleurtemperatuur van de foto is niet helemaal goed (zelfs ik zie dat) en het dynamisch bereik tussen knalgeen en diep groenzwart is te groot om aan te kunnen. Dat gaat aankomen op nabewerken om nog wat te redden, als dat nodig zou zijn. In dit geval echter laat ik het mooi aan de twee veel betere fotografen over.
Je zou verder ook niet zeggen dat het amper vijf graden was. Gelukkig warmen de bergen sneller op dan het laagland en de temperatuur steeg uiteindelijk richting twaalf graden in de dalen. Heel geschikt, temeer ook omdat warmere lucht het vocht opeet zodat in de eerste helft van het etmaal het zicht extra mooi helder werd. En dat betekent beter zicht op de plaatselijke boerderijtjes, de plaatselijke stapel hout en uiteraard de lokale freileitung.
Tussen Samedan en La Punt staat de splitsingsmast voor de 380 naar Filisur en uiteindelijk Sils. Het ietwat aparte beestje werd netjes aangelicht, maar tot mijn verbazing levert dat op de eindfoto juist het tegenovergestelde effect op: een onduidelijke glimboel.
Tijd voor een stop was er niet, want de zon gaat sneller dan je denkt en iedere seconde met gunstig licht moest nog even worden meegepakt voor de volgende plaats, want volgens een van de twee anderen waren er twee nieuwe hoofdprijzen binnen te halen in Zernez en Scuol, verderop in het dal.
Zernez klinkt op en top Alps. En jawel, dat was het ook. Even ten noorden ervan torenden twee pieken van het Ochsentalcomplex boven het voorland uit. Dan ga je daar zitten op een of andere bolderkei (even de geologie van het ding checken zodat je in twee opzichten goed zit) en vervolgens blijkt Zwitserland één megagroot Märklin 1:87 modelbouwlandschap te zijn.
'Ja maar heb ik niet onrealistisch veel stenen bruggetjes en treintjes in mijn modelbaan?'
Nee hoor, dat heb je niet.
Een van de anderen heeft hier dezelfde foto gemaakt vanuit de rivier zelf. Die graafmachine, auto, weg en de spoorbaan doen volgens hem afbreuk aan de natuurfoto. Ja hoor, daar is de discussie weer: de andere twee zijn natuurfotografen met een heel hoge lat. Ik heb dat beduidend minder. De lat zoals zij die leggen is ten eerste buiten mijn bereik, en ten tweede vind het landschap precies zoals het is juist het leukst. Dan heb je dus gewoon een weg, auto, hijskraan, brievenbus of hoogspanningslijn in je eindfoto, a.k.a. geen kalendermateriaal. Dat levert wel eens wat onbegrip op, maar beslist ook minder frustratie. Want dan worden opgloeiende draden opeens onderwerp voor een foto op zichzelf.
Zelden dat het licht zo goed staat met zo weinig wind. Verderop richting Scuol staat een kerk aan de rivier en een van de andere twee herinnerde zich die plaats van een eerdere serie foto’s. Gauw die kant op nu de zon precies goed staat. Het bleek een klassiek Alpenplaatje op te leveren.
De discussie over waarom het niet erg is als er een kerk in beeld staat terwijl men een hoogspanningslijn niet kan luchten of zien ben ik maar niet aangegaan – dat bergmeertje was minder diep omlaag dan de rivier de Inn.
Een klein stukje terug omhoog ligt het pittoreske Ftan. Inderdaad, precies zoals het bebeugelde South Park karakter Shelley de naam van haar broertje uitspreekt, en wat de andere twee (gezien de bijnaam die ik (ver)draag) buitengewoon hilarisch vonden, zodat we aan de lopende band stemmetjes bleven imiteren. Vanaf Ftan kijk je aan de overzijde rechtstreeks naar het kasteel van Tarasp. Daar kan je fotografisch prima op losgaan.
Maar je kan ook wat meer aandacht aan de voorgrond besteden. Het plaatselijke laagspanningslijntje kwam alleraardigst door het beeld heen gestapt en het contrast met de enorme molshopen op de achtergrond vond ik eerlijk gezegd leuker dan dat platgefotografeerde kasteel.
Bij deze exemplaren ging de belichting niet helemaal goed, maar hier kan nabewerking de dag wel redden.
Aan de overzijde in Tarasp zelf lag een piepklein meertje en een van de andere twee had wat huiswerk gedaan. Zogeheten fotowater. Als de wind een beetje weg zou vallen moest dat het perfecte spiegelende voorgrondwater zijn om de bergpartij weerkaatst te zien.
Opnieuw staken we de Inn over en na een kleine wandeling was het meertje in kwestie bereikt. De vervening slaat toe, maar er was nog net voldoende open water voor spiegelwerking. Nu was het wachten op een moment tussen de windvlagen in waarin het water spiegelglad werd.
En uiteindelijk, na alles perfect te hebben gezet in de instellingen, statieven, belichting en compositie... dan heb je ook écht wat.
En als je daar zo staat, foto of niet, dan was het een nachtje doorhalen om erheen te rijden volledig waard. Wauw.
Effectief hadden we maar één dag. We hadden een jugendherberg geboekt op de grens van Oostenrijk en Duitsland, achteraf iets te ver van waar we nu rondreden, maar een ramp was het niet. Rustig aan die kant maar eens op, want na een nacht doorhalen hadden we geen zin om nog eens een avond in het donker in de bergen te moeten rijden. Veiligheid gaat voor. Gelukkig voldoende bijvangst op weg naar Füssen.
Net ten oosten van Scuol was enige tijd de waterkrachtcentrale van Pradella zichtbaar. Die kan zo de netkaart in, ook al is het geen fraaie foto.
De grens over in Oostenrijk veranderde het hoogspanningslandschap direct. De Zwitserse tonmasten gingen over op donaumasten, er werd veel meer obstructieschildering toegepast en de Oostenrijkers schilderen hun hoogspanningsmasten zelfs zwart.
Of ze dan minder opvallen valt te bezien, maar zowel in de zomer als in de winter heb je donkere kleuren of juist hard contrast tussen witte sneeuw en zwarte rotsen. Misschien is zwart nog niet eens zo verkeerd, maar het wekte wel een onvriendelijke indruk.
Overnachtingsplaats: Füssen. Vlakbij de Zugspitze. Je kan de meteorologen op het observatiestion bijna letterlijk van de berg af zien pissen, zo dichtbij zaten we. Eerst maar eens wat eten en een welverdiend Duits biertje pakken in een brauhaus op loopafstand van de jugendherberg. Eerst de spullen maar eens in de jugendherberg veiligstellen.
Op het eerste gezicht is er dan niet zoveel aan de hand. Totdat je het sanitair tegenkomt.
Duitsers maken toch geen grappen? Nee, daarom juist!
De volgende dag was het weer zoals verwacht omgeslagen. We waren net op tijd geweest, letterlijk geen dag te vroeg. Regen en veel wind buiten, alle naalden zouden nu al wel van de lariksen geblazen zijn. Wel jammer dat de terugweg nu weinig kansen bood voor extra uitstapjes. Met dit gure buiige weer zijn de Schwäbische Alpen (met inslagkrater), de Laacher See en de Hambachmijn ook geen bal aan. Plus dat het onprettig rijdt op de altijd drukke en eeuwig met staustelle bezaaide autobahnen.
Het eerste druk tussen Füssen en Frankfurt reed ik zelf. Nadeel, dan heb je geen kans om hoogspanning te scoren als bijvangst. Dat brak bij Mannheim deerlijk op toen het beter weer werd. Wat kruisten we daar? Een stuk van de Nord-Suedleitung!?
Dus ik zeg met de meest serieuze stem die erop zit 'jongens, geen grap, schiet deze even voor me op de foto. Gewoon doen, uitleg komt later.' Ze deden het alle twee. En zo zie je maar weer, als het echt nodig is kan je op elkaar rekenen, draadhaat of niet.
Verderop, toen een van de anderen reed, was er wel weer bijvangst. We zien hier bij Koblenz in de achtertuin vreemde aantallen fasedraden. Je kan alleen maar gissen naar hoe de onderlinge verhouding is met bahnstrom en gangbare drehstromkreisen. Zeven draden: 3 + 2 + 2, dus één 110 kV-circuit en tweemaal bahnstrom? Acht draden? Tweemaal 110 kV-circuit en éénmaal bahnstrom? Eigenlijk iedere combinatie kwamen we wel tegen.
In het Rührgebiet viel het weerbeeld opnieuw tegen. Nat, regen, buiig. Maar we gaan eruit met een plaatje dat goed past bij de herfstkleuren zoals we ze in de Alpen tegenkwamen. Iets met circuits en kleuren en zo.
Volgende doel bij een tegenvallende winter? Ad-hoc lentefotografie in de Pyreneeën?
Weekend ad-hoc herfst en hoogspanning kijken in de Alpen
Weekend ad-hoc herfst en hoogspanning kijken in de Alpen
Halfverankering is net als Volbeat: het kan altijd
Re: Weekend ad-hoc herfst en hoogspanning kijken in de Alpen
Mooie reportage en schitterend mooie landschap hebben de zwitsers er - maar de prijzen zijn wel duur
A5 tussen het Kreuz Heidelberg en Heidelberg-Schwetzingen. Ken ik wel goed. Tot 2003 waren twee circuits van de Nord-Süd-Leitung (hier deel Mannheim-Ludwigsburg) in bedrijf, maar vandaag slechts een (en een stroomloos fase). Het gedeelte Mannheim-Pfungstadt heeft wel nog twee 220-kV-circuits.
Prachtig. Slechts prachtigZelden dat het licht zo goed staat met zo weinig wind. Verderop richting Scuol staat een kerk aan de rivier en een van de andere twee herinnerde zich die plaats van een eerdere serie foto’s. Gauw die kant op nu de zon precies goed staat. Het bleek een klassiek Alpenplaatje op te leveren.
Die is niet nabij Koblenz maar bijna direct naast mijn woonplaats Het is inderdaad een 4-circuit-Bahnstrom-lijn (Flörsheim-Weiterstadt-Mannheim-Vaihingen/Enz-Stuttgart), maar slechts twee circuits zijn in bedrijf. (elke mastzij draagt één circuit met vier draden, dus parallelschakeling).Verderop, toen een van de anderen reed, was er wel weer bijvangst. We zien hier bij Koblenz in de achtertuin vreemde aantallen fasedraden. Je kan alleen maar gissen naar hoe de onderlinge verhouding is met bahnstrom en gangbare drehstromkreisen. Zeven draden: 3 + 2 + 2, dus één 110 kV-circuit en tweemaal bahnstrom? Acht draden? Tweemaal 110 kV-circuit en éénmaal bahnstrom? Eigenlijk iedere combinatie kwamen we wel tegen.
Het eerste druk tussen Füssen en Frankfurt reed ik zelf. Nadeel, dan heb je geen kans om hoogspanning te scoren als bijvangst. Dat brak bij Mannheim deerlijk op. Wat kruisten we daar, net met een vlaag goed weer? Een stuk van de Nord-Suedleitung. F*ck!
Dus ik zeg met de meest serieuze stem die erop zit 'jongens, geen grap, schiet deze even voor me op de foto. Gewoon doen, uitleg komt later.' Ze deden het alle twee. En zo zie je maar weer, als het echt nodig is kan je op elkaar rekenen, draadhaat of niet.
A5 tussen het Kreuz Heidelberg en Heidelberg-Schwetzingen. Ken ik wel goed. Tot 2003 waren twee circuits van de Nord-Süd-Leitung (hier deel Mannheim-Ludwigsburg) in bedrijf, maar vandaag slechts een (en een stroomloos fase). Het gedeelte Mannheim-Pfungstadt heeft wel nog twee 220-kV-circuits.
A3, parkeerplaats Weilbach en de 380-kV-lijn Bischofsheim-Pkt.Marxheim, ook mijn buurt De regenboog heb ik helaas niet gezienIn het Rührgebiet viel het weerbeeld opnieuw tegen (nat, regen, buiig). Maar we gaan eruit met een plaatje dat goed past bij de herfstkleuren zoals we ze in de Alpen tegenkwamen. Iets met circuits en kleuren en zo.
Ehm...Op het eerste gezicht is er dan niet zoveel aan de hand. Totdat je het sanitair tegenkomt. Duitsers maken toch geen grappen? Nee, daarom juist!
Re: Weekend ad-hoc herfst en hoogspanning kijken in de Alpen
Prachtige fotoserie en ook leuk om het verhaal erbij te lezen. Zelfs met de "matige" camera zijn de foto's nog erg mooi
Re: Weekend ad-hoc herfst en hoogspanning kijken in de Alpen
Ongelofelijk, wat een kleuren! Dat is echt de moeite waard om heen te gaan en te bekijken.
De Zwitserse tonmasten hebben wel een soort van typische uitstraling die ze wat minder "zakelijk" maakt dan de Duitse exemplaren.
De Zwitserse tonmasten hebben wel een soort van typische uitstraling die ze wat minder "zakelijk" maakt dan de Duitse exemplaren.
Re: Weekend ad-hoc herfst en hoogspanning kijken in de Alpen
Zat ik net bij te komen van het prachtige Zuid-Limburg,krijg ik dit voorgeschoteld.OMG wat een plaatjes,Hans!De Alpen is DE natte droom van een landschapsfotograaf.Desondanks je Pentax 'oud' is doet hij zeker zijn werk naar behoren.Zeker in dit soort landschappen kan men zien dat je werkpaard anno 2017 nog best met zich laat meten met sommige compact-camera's en de ingebouwde camera's van de huidige (lees;dure)smartphones.Zeker met de herfst creeer je mooie sfeerfoto's.En komt daarbij dat de fotograaf zelf ook een heleboel te bepalen heeft.Met deze reportage heb je in ieder geval het mooiste hoogspanningslandschap gescoord van 2017.
Re: Weekend ad-hoc herfst en hoogspanning kijken in de Alpen
Inderdaad ik sluit me bij de voorgangers aan, prachtige plaatjes. De herfst in de alpen : ik ga het doen.
KML-generator generator