Ik wil eens ingaan op de “stand der techniek”, zoals die door Badu treffend wordt beschreven:
BaDu schreef:
De stroomsterkte van 1000A leidt inderdaad tot een sterkte van 0,1 microTesla op 2000m afstand, echter dit is wanneer er sprake zou zijn van één geleider. Een hoogspanningslijn heeft drie-fasen die qua veldrichting 120 graden tov elkaar gedraaid zijn. Het veld van één geleider wordt daardoor voor een heel groot gedeelte opgeheven door de velden van de andere fasen. Het resterende veld heeft een frequentie van 150Hz.
Er worden door TenneT uitgebreide berekeningen gedaan voor nieuwe lijnen waarbij een veldsterkte van 0,4 micro Tesla (RIVM advies) wordt gehanteerd als veilige waarde. Dit levert over het algemeen een zone van maximaal 300m breed op (met de oude vakwerkmasten op 380kV) waarbinnen gevoelige bebouwing moet worden vermeden. Deze waarde van 0,4 microTesla is niet gebaseerd op een geluidsrisico maar op andere gezondsheidsrisico's zoals Leukemie (zoals RIVM ook al aangeeft).
Het driefasenenergiesysteem werkt ideaal zolang de drie stroomsterktes een echte sinusvorm volgen. Alleen dan compenseren zich de stroomsterktes op de centrale as van de leidingen tot een lage waarde, die de woningbouw met slaapruimtes in de directe omgeving toelaat.
- ideale sinusvorm van de stroomsterkte in het driefasenenergiesysteem
- sinus - ideaal 1.JPG (36.57 KiB) 10473 keer bekeken
Als bebouwingsgrens wordt tegenwoordig overigens ca. 100m aan weerszijde van de hoogspanningslijn aangegeven.
Citaat uit de folder van Tennet:
http://www.randstad380kv-zuidring.nl/tn ... inding.pdf:
Dankzij de Wintrack-mast wordt de grondstrook onder de hoogspanningslijnen waarop bouwbeperkingen gelden, verkleind van 300 naar maximaal 100 meter. Hierdoor zijn in het dichtbevolkte Zuid-Holland meer geschikte locaties te vinden voor de hoogspanningsverbinding.
Het gaat hier echter niet om
maximaal 100m of 300m, respectievelijk 0,4 micro Tesla of 0,1 microTesla. Ik wil hier alleen maar aantonen, dat de magnetische veldsterkte zich heel anders kan gedragen als men de ideale sinusvorm van de stroomsterkte (fig. 1) verlaat.
Wijkt namelijk in de 3 fasen ook maar één stroomsterkte af van die ideale sinus, dan ontstaan er al onregelmatigheden. Als alle drie fasen een afwijkende stroomsterkte vertonen, kan er een geheel andere randvoorwaarde ontstaan, die de magnetische veldsterkte ver buiten het toelaatbare niveau kan verhogen.
Om nu te bewijzen, welke schadelijke invloeden de moderne, schakelende stroomvoorzieningen op de sinusvorm van de stroomfasen uitoefent, moet men liefst eerst een bericht lezen van de Duitse ingenieur, die dit relatief goed beschreven heeft.
http://gmc-instruments.ch/src/download/dDirty_Power.pdf
Zijn uitleg beschrijft de huidige voedingsschakelingen, die in de regel rondom de maxima van de amplitude van de sinusvorm een korte laadpuls voor de grote “opslagcondensator” in de moderne, schakelende stroomvoorzieningen vertonen. Het is de condensator, waaruit de rest van de halve periode stroom moet worden geleverd. De laadstroompuls is daarom niet te verwaarlozen. Men hoeft dit artikel echter niet per se te lezen. Ik wil het principe aan de hand van een stroomcurve demonstreren:
- driefasenenergiesysteem met impulsvormige stroomafname I1, I2 en I3
- sinus - driefasensysteem 1.JPG (47.4 KiB) 10473 keer bekeken
Ik wil nu aan het extreme geval van een netwerk met uitsluitend moderne, schakelende stroomvoorzieningen aantonen, dat deze laadpulsen ervoor zorgen, dat de stroomvormen van de drie fasen een sterk pulserend magneetveld veroorzaken, dat ver buiten de boven aangegeven 100m zone aan weerszijde van de hoogspanningslijn een ontoelaatbaar hoge magnetische veldsterkte opwekt.
In feite kan men uit deze curve (fig. 2) direct aflezen, dat in dit sterk vereenvoudigde voorbeeld de stroomsterkte tussen de 6 laadpulsen per periode tot nul daalt. Bij een stroomsterkte van 0A zal in een ideaal driefasenenergiesysteem het magneetveld eveneens nul worden.
Gedurende de laadpulsen lopen er natuurlijk wel stromen, die zelfs een veel hogere waarde ten opzichte van de gemiddelde stroomsterkte bereiken. Deze waarde hangt af van de impulsbreedte. In de afbeelding kan de stroomimpuls circa 5x de gemiddelde waarde bereiken. Het is echter ook denkbaar, dat 10x of 30x bereikt kan worden. Het bijbehorende magneetveld heeft een pulsvorm en kan hogere amplituden bereiken dan men uit de gemiddelde stroomsterkte zou verwachten.
Dit pulserende magneetveld vertoont (in Europa) een frequentie van 150Hz, d.w.z driemaal de locale netfrequentie (50Hz). Dit is wat Badu's uitspraak “Het resterende veld heeft een frequentie van 150Hz.” formuleert.
Het
resterende veld is in dit model
het totale veld.
De magnetische veldsterkte vertoont dus een impulsvorm, waarvan de amplitude overeenkomt met de maximale amplitude van de stroomimpulsen I1, I2, en I3. De gemiddelde magnetische veldsterkte is nog steeds nul, maar de reeks 150Hz-pulsen veroorzaakt natuurlijk storingen.
Als de impulsvorm een waarde van 1000A bereikt, bereikt de amplitude van het magneetveld op een afstand van R=2000m de toelaatbare drempelwaarde van 0,1 μTesla, die in sommige kringen als ondergrens voor het toelaatbare magneetveld in kinder- en slaapkamers geldt. Man kan deze afstandswaarde R ook omrekenen voor 0,4 μTesla, maar dat wil ik aan dit betoog niet toevoegen. In de rest van het betoog wil ik R gebruiken als een nog nader te bepalen "grenswaarde voor het geval van impulsvormige stroomcurven".
Het mag dan wel een maximale amplitude zijn, maar ook als gemiddelde is het een voor de afstand R veel hogere waarde dan theoretisch in een ideaal driefasenenergiesysteem aangenomen.
De bijbehorende waarde van R is ook de grens waarbinnen men in dit model een woningbouw mag toelaten. Deze waarde is 5, 10 of 20x groter dan de huidige grens van 100m, die Tennet voor een ideaal driefasenenergiesysteem met de Wintrack-mast heeft afgeleid.
Het model van een driefasenenergiesysteem met een pulserend magneetveld van 0,1-0,4 μTesla op een afstand van R bij een stroomsterkte van 1000A zal gelukkig niet zo vaak overal voorkomen. Het bovenstaande model dient dan ook alleen ter illustratie van het kernprobleem, dat bij niet-ideale golfvormen het magneetveld sterk kan afwijken van de het ideale driefasenenergiesysteem.
De bromstoring in Zutphen is mijns inziens een gevolg van een dergelijk pulserend magneetveld, dat zich bovenop de zwakke ideale basiscomponent van het magneetveld torent, die tot de ideale sinusvorm behoort.
Deze impulsvormen van het magneetveld kunnen allerlei “harmonischen” bevatten, die zich in het gehoor van gevoelige bewoners reëel of zelfs virtueel als een “dieselende motor” of “generator” voordoen. De impulsvorm kan, afhankelijk van de stroomcurven, soms ondergaan in het zwakke magneetveld dat afkomstig is van de zuivere sinuscurven of er plotseling ver bovenuit steken.
BaDu schreef:
Verder wordt op de site geschreven dat het geluid 's avonds (rond 23:00 uur) sterker wordt en rond 6:30 weer afneemt. Dit zijn net de periodes dat het HS net laag belast wordt en dus trafogeluid zoals Peter Forbes aangeeft wat hoger kan zijn.
Ook kunnen de impulsvormen van de stroomcurven gedurende de dag, als er vanaf 6:30 allerlei motoren en andere grondlastsystemen bij alle drie fasen voor een relatief ideaal sinuspatroon in de stroomcurven zorgen, min of meer ondergaan in de zuivere sinuscurven van het ideale driefasenenergiesysteem.
's Avonds echter, als de stroomafname door de vele schakelende voedingen afwijkt van de sinuscurven zal het driefasenenergiesysteem steeds meer een met 150Hz pulserend magneetveld van 0,1-0,4 μTesla op een afstand van R bij een stroomsterkte van 1000A vertonen.
Principieel moet men als technicus accepteren, dat systeemvoorwaarden, die op een zuivere sinusvorm baseren, alleen van toepassing zijn zolang de zuivere sinusvorm binnen de daarbij behorende tolerantiegrenzen blijft.
In feite worden in dit artikel, afgezien van de aangehaalde teksten uit het forum, een TenneT-folder en een achtergrondartikel van een Duitse ingenieur, geen andere bronnen dan gezond mensenverstand toegepast.
Ik hoop dus, dat de moderatoren ditmaal zo genadig zijn de beschreven these te accepteren en niet als een "Wij-van-WC-eend-adviseren-WC-eend" af te doen.
BaDu schreef:
Verder valt me op dat de door Joannes aangehaald site van LFg Zutpen een aantal mogelijke bronnen noemt, maar daarbij bevindt zich geen hoogspanningsverbinding of hoogspanningsstation. Kennelijk wordt hoogspanning ook door deze belangengroep niet als storingsbron gezien. De mogelijke bronnen die daar genoemd zijn, zijn m.i. inderdaad veel waarschijnlijker dan hoogspanning.
Indien de bewoners van Zutphen het probleem van de vervorming der sinuscurven over het hoofd hebben gezien en bij de bestudering van het bromprobleem niet eens op de lijst van mogelijke bronnen hebben geplaatst, ligt dat vermoedelijk aan het blinde vertrouwen, dat de normen voor woonbebouwing nog steeds terecht uitgaan van het ideale driefasenenergiesysteem uit de leerboekjes van de middelbare scholen.
Wij hebben wellicht de plicht om hen erop te wijzen, dat het huidige driefasenenergiesysteem van tijd tot tijd van het ideale sinuspatroon afwijkt en wel degelijk tot op afstand R van een hoogspanningslijn een 150Hz bromsignaal van 0,1 - 0,4 μTesla kan produceren.